Argentinië is wereldberoemd om zijn rundvlees. Maar in het eerste kwartaal van
dit jaar exporteerde het meer vis dan rundvlees.
Dat meldt de BBC
.
De export van rundvlees heeft een knauw opgelopen nadat de Argentijnse
regering exportquota’s heeft vastgesteld. Ze wilde meer vlees beschikbaar
hebben voor de binnenlandse markt in de hoop dat daarmee de rundvleesprijzen
voor de Argentijnen zelf zouden dalen.
Maar dat is niet gebeurd, zeggen vleeshandelaren tegenover de BBC. Volgens hen
houden de Argentijnen van ander soort vlees: zij eten het liefst ribstukken
terwijl de buitenlandse afnemers gek zijn op filetlappen.
Tegelijkertijd is de veestapel verminderd omdat de veeboeren geen zin hebben
te investeren in kuddes die ze niet kunnen vermarkten: Argentinië telde
vorig jaar 57 miljoen stuks vee, 15 procent minder dan vijf jaar geleden, en
het laagste aantal in een decennium.
Na invoering van de exportquota's bedraagt de uitvoer van rundvlees nog maar
191.000 ton, tegen 483.000 ton in 2005. De quota's werden in 2006 ingevoerd.
Tegenover de misère in de vleessector staat de florerende visserij. Die kent
geen qutoa's. Sterker nog, de Argentijnen houden helemaal niet van vis. Zo'n
95 procent van de vangst wordt geëxporteerd.
Met groot succes: landen in onder andere Europa, Azië en het Midden-Oosten
importeren nu Argentijdnse vis. Dit voorjaar nam het volume nog eens met 40
procent toe. In tonnen bedraagt de uitvoer nu het dubbele van rundvlees.
Enige wolkje voor de visserijsector vormen de stijgende kosten: arbeiders in
de visindustrie eisen en krijgen tientallen procenten hogere lonen.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl