Terug naar 2007: de Amerikaanse economie lijkt af te stevenen op een recessie.
De kredietcrisis zal pas een jaar later in alle hevigheid uitbreken, maar de
huizenmarkt koelt al snel af en de eerste barsten bij de banken zijn
duidelijk zichtbaar.
Beurskoersen dalen en termen als subprime, CDO en credit
default swap dringen langzaam door tot het dagelijkse spraakgebruik. Er
komt een recessie aan in de VS.
Op eigen houtje
Zal de rest van de wereld daardoor worden meegesleurd? Er zijn optimisten die
denken van niet. De Europese en Aziatische economieën kunnen het op eigen
houtje rooien, zonder de traditionele Amerikaanse locomotief.
‘Ontkoppeling’, noemen de optimisten dat. De term slaat aan. Zelfs de economen
van de Oeso schrijven er over, al hebben zij het voor de zekerheid over
‘gedeeltelijke ontkoppeling’.
Valse hoop
Het blijkt valse hoop. Na de val van Lehman Brothers in september 2008, gaan
de geldmarkten op slot, stokt de wereldhandel en valt de groei vrijwel
overal in de wereld terug.
De recessie die volgt, zal in Europa zelfs harder toeslaan dan in de VS.
Ontkoppeling was een flauwe grap.
Maar het idee is terug. Niemand in Europa durft het nog hardop uit te spreken,
maar de cijfers liegen niet. Terwijl in de VS alle economische seinen op
oranje zijn gesprongen, dendert het herstel in noordwest Europa door.
Rampspoed in de VS
Neem de afgelopen week. Rampspoed stapelde zich op rampspoed in de VS. De
huisverkopen dalen. Het aantal verkochte nieuwbouwhuizen is zelfs op het
laagste peil ooit beland. De orders bij bedrijven vallen tegen. En het
aantal bestelde machines is onverwacht gezakt.
Eerder deze maand kwamen er al teleurstellende arbeidsmarktcijfers naar
buiten. Het aantal banen daalde in juli fors. En met de export van
Amerikaanse bedrijven loopt het ook minder dan gedacht.
Veel analisten hebben de conclusie al getrokken: de Amerikaanse economie koelt
snel af. Een tweede recessie is goed mogelijk.
Duitse ondernemers
Hoe anders is de stemming in Duitsland. Daar kwamen de afgelopen tijd juist
bijzonder goede berichten naar buiten. De Duitse ondernemers zijn in
augustus weer optimistischer geworden. De IFO-index (zonder twijfel de
belangrijkste ‘softe indicator’ in Europa) steeg voor de vierde maand op rij
en is nu bijna terug op het niveau van voor de crisis.
Het Duitse werkloosheidspercentage is tijdens de crisisjaren veel minder
opgelopen dan werd gevreesd en ligt met 7,6 procent al weer ruim onder het
niveau van 2007. Er is groei van de werkgelegenheid en het aantal onvervulde
vacatures stijgt sterk.
Dit nieuwe Duitse Wirtschaftwunder wordt gevoed door de export. Vooral
de export naar Azië nam sterk toe. Precies zoals de aanhangers van de
ontkoppelingstheorie drie jaar geleden voorspelden.
Chinees mirakel
Maar de Duitse prestatie is meer dan een aftreksel van het Chinese
groeimirakel. In de eerste helft van 2010 groeide de Duitse uitvoer in
totaal met 18 procent. De export naar andere EU-landen steeg met bijna 14
procent, en blijft daar dus helemaal niet zoveel bij achter.
Bovendien begint ook de binnenlandse vraag weer op gang te komen. Consumenten
durven weer geld uit te geven en zelfs bedrijven zijn in het tweede kwartaal
weer gaan investeren. Het Duitse herstel volgt daarmee het standaardpatroon:
eerst trekt de export aan, dan volgt de binnenlandse vraag.
Minstens zo standaard zijn de gevolgen voor Nederland. Als Duitsland gezond
is, is Nederland topfit. Ook hier is het ondernemersvertrouwen toegenomen,
daalt de werkloosheid en stijgt de export. Alleen de consumptie en
investeringen blijven in Nederland wat achter.
Ook andere landen in de periferie van Duitsland presteren boven verwachting.
In Oostenrijk en Zweden trekt de groei verrassend snel aan. Zelfs Frankrijk
lijkt zich aan te kunnen sluiten.
Loopt Europa achter?
Is de ontkoppeling daarmee bewezen? Nee, natuurlijk niet. Misschien loopt
Noord-Europa gewoon achter bij de VS, en piepen wij over een of twee
kwartalen net zo hard. Veel Amerikaanse commentatoren en analisten gaan bij
voorbaat van dat scenario uit.
Maar ook voor die conclusie is het nog te vroeg. Morgan Stanley beschrijft het
goed in een rapport dat donderdag verscheen. De economen van de bank
verbazen zich erover dat iedereen de slechte Amerikaanse cijfers ziet als
indicatie van een structureel probleem, terwijl de goede Europese cijfers
worden afgedaan als iets tijdelijks. Misschien bieden die laatste cijfers
juist wel een goede blik op de economische toekomst, denkt Morgan Stanley.
Het is te vroeg voor conclusies. Maar niet voor verwachtingen en hoop op een
doorzettend Europees herstel in de tweede helft van dit jaar. Het boek van
de ontkoppeling is nog niet gesloten.
Lees ook:
Duitsland
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl