Een van de belangrijkste veranderingen in de successiewet die woensdag 28 en
donderdag 29 oktober in de Tweede Kamer besproken wordt, is het uitbreiden
van de belastingvrijstelling voor ondernemingsvermogen van 75 naar 90
procent.
Dit betekent dat als je een onderneming met een waarde van een miljoen euro
erft of geschonken krijgt, je maar over 100.000 euro belasting hoeft te
betalen. De rest van het bedrag is daarvan vrijgesteld.
Een kind dat het bedrijf erft, hoeft over die 100.000 euro slecht 10 procent
belasting te betalen. (Daarnaast mag de nazaat ook nog de vrijstelling
aftrekken, bij schenken is dat 5.000 euro, bij erven 19.000, en betaalt dus
slechts 10 procent over 100.000 – 19.000, ofwel 8.100 euro belasting.)
Bedrijf doorgeven
Deze maatregel is bedoeld om het de ondernemer zo gemakkelijk mogelijk te
maken om zijn bedrijf bij leven of bij dood door te geven aan zijn kinderen
of aan derden. Het voortbestaan van de onderneming staat bij deze wetgeving
centraal. Degene die het bedrijf in handen krijgt mag niet in financiële
problemen komen omdat er geld uit het bedrijf gehaald moet worden om de
belastingschuld van de verkrijger te betalen.
Een mooi gebaar van staatssecretaris van Financiën Jan Kees de Jager, dat
bedoeld is om ondernemers bij te staan in deze moeilijke tijden. Toch zit er
ook een keerzijde aan deze wijziging. De vrijstelling van 90 procent is
financieel zó aantrekkelijk, dat die bijna onmogelijk te weerstaan is. Dit
leidt tot ongelijkheid tussen verwanten en in het slechtste geval, tot
slecht ondernemerschap.
Twee kinderen
Een voorbeeld: een ondernemer met twee kinderen. De een wil het bedrijf
overnemen, de ander gaat liever ergens in loondienst. De ondernemer schenkt
het bedrijf met een waarde van een miljoen euro aan zijn ene kind, terwijl
het huis en een deel van het vermogen met eenzelfde waarde naar het andere
kind gaan.
Daar begint de ongelijkheid. Het kind dat het bedrijf overneemt hoeft in het
nieuwe stelsel maar over 10 procent van de waarde belasting te betalen, de
ander betaalt voor zijn deel belasting over de volle 100 procent. In het
voorbeeld van een bedrijf met een waarde van een miljoen betaalt het kind
dat de zaak overneemt 8.100 euro successiebelasting, het andere kind betaalt
veel meer, over de eerste 125.000 euro betaalt het 10 procent, voor alles
daarboven ligt het op 20 procent. Degene die een miljoen euro vermogen
krijgt, betaalt daarover 183.700 euro belasting. Dat is ongeveer 22 keer
zoveel.
Om dit te voorkomen kan de ondernemer zijn erfenis natuurlijk verdelen over
beide kinderen. Dus allebei de helft van de aandelen en de helft van de
bezittingen. Voorwaarde onder het huidige voorstel is wel dat beide kinderen
hun aandelen minimaal vijf jaar vasthouden. Verkopen ze de aandelen eerder,
dan moet alsnog over het hele bedrag belasting betaald worden.
Ongemotiveerde aandeelhouder
Door het enorme financiële gewin dat te behalen is door de aandelen te
behouden, blijft er in het slechtste geval vijf jaar lang een ongemotiveerde
aandeelhouder in het bedrijf zitten. Ook werkt het kind dat wel in het
bedrijf werkzaam is, niet zozeer voor zichzelf, maar is het bezig om waarde
te creëren voor zijn ongemotiveerde broer of zus.
Daar is de onderneming niet bij gebaat. Hoewel de nieuwe successiewet zich
duidelijk inzet voor de continuïteit van bedrijven, staat er zoveel premie
op het vererven of schenken van het hele bedrijf, dat de capaciteiten van de
erfgenamen, de onderlinge verhoudingen en andere emoties gemakkelijk uit het
oog verloren kunnen worden.
Aan dit artikel werkten mee:
Ruben Freudenthal, partner bij Deloitte en Hoogleraar Belastingrecht in
Groningen
Clarissa Keijzer, fiscalist bij PriceWaterhouseCoopers
Sabine de Wijkerslooth-Lhoëst, fiscalist bij Ernst & Young
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl