Heb je net de kredietcrisis achter de rug, zit je in de staart van de recessie
en kwam er net weer wat vertrouwen in de markt, komt Zuid-Europa het feestje
verpesten.

Voor Nederland zijn de cijfers over de Duitse economie heel belangrijk.
Komende week trekt een hele karavaan voorbij: op dinsdag 23 februari de
belangrijke Ifo-index die het vertrouwen van Duitse ondernemers in de
economie over die maand meet. Woensdag 24 februari komen de definitieve
cijfers over de economische groei, bedrijfsinvesteringen en de binnenlandse
vraag.

Als Duitsland niest…
Vooral de cijfers over bedrijfsinvesteringen zijn voor Nederlandse
toeleveranciers van groot belang. Het geeft een beeld over de
voorradenopbouw van Duitse bedrijven. Als die cijfers tegenvallen en de
Ifo-index geeft aan dat het vertrouwen van ondernemers in de economie daalt,
zoals de ZEW-index over het vertrouwen van beleggers eerder al aangaf,
dan geeft dat weinig reden tot optimisme dat de economie sneller aan zal
trekken.

Het herstel is fragiel: de angst voor een zogenaamde ‘W’-recessie is reëel.
Die stelt dat we, na de diepe dip die de eerste recessie vormde, nu in een
korte periode van herstel zitten, waarna we wéér een diepe dip in gaan omdat
de economie bleek te drijven op overheidsinvesteringen die ophouden.

En net op dit moment, nu het herstel zo broos is, bedrijven het
investeringsstokje van de overheid over moeten nemen en we die tweede dip
misschien voorzichtig kunnen vermijden, stort Griekenland in en dreigt een
domino-effect voor heel Zuid-Europa.

Investeringen
Grote banken blijken de afgelopen jaren flink geïnvesteerd te hebben in
landen als Spanje. ING, bijvoorbeeld. Dat zijn ook de banken van wie
ondernemers afhankelijk zijn voor de kredietverlening. Voor bijvoorbeeld
investeringen en het aankopen van bedrijfsvoorraden die ze bij andere
Europese bedrijven betrekken.

Irritant genoeg zijn tegenvallende cijfers over de wereldeconomie en zorgen
over hun investeringen in Zuid-Europa voor banken op dit moment medebepalend
voor de vraag hoe ver zij de kredietkraan open zetten. Het helpt dan niet
dat de Europese Unie niet met concrete maatregelen over de brug komt om de
angel uit de Griekse schuldenproblematiek te halen.

Veel zin om dat estafettestokje van de overheden over te nemen krijgen banken
en hun aandeelhouders hierdoor vermoedelijk niet.

Hoe grote banken hiermee om zullen gaan kan meteen gevraagd worden aan
Commerzbank en Credit Agricole, twee Europese grootbanken die deze week hun
jaarcijfers presenteren. Bestuursvoorzitters van banken spreken doorgaans
hun verwachtingen uit. In verband met Zuid-Europa is ook interessant wat
verzekeraars Allianz en Aegon gaan zeggen.

Cijfers in VS
In de Verenigde Staten speelt de angst voor wat er in Zuid-Europa gebeurt
veel minder, maar staan niettemin ook belangrijke cijfers op de rol.
Ondernemers en politici pinden eind 2009 hun hoop voor economisch herstel op
het vierde kwartaal. Dat zou het vliegwiel der economie weer moeten
aanzwengelen.

We krijgen cijfers over het consumentenvertrouwen, de economische groei over
het vierde kwartaal, en de Chicago purchasing managers index (PMI) over
februari. De laatste geeft aan of bedrijven hun voorraden aanvullen of niet.
Dat geeft een idee over in hoeverre bedrijven verwachten meer of minder te
zullen afzetten. Afhankelijk van hun verwachtingen vullen ze hun voorraden
aan - of niet.

Tot nog toe gaven bedrijven die grondstoffen en halffabrikaten exporteren naar
Azië hoopvolle geluiden af. Maar hoe staat het ervoor met de Amerikaanse
consument? Geven die weer geld uit? Niet alleen China profiteerde van de
gulzigheid van Amerikanen en hun creditcards, ook Europese bedrijven varen
er wel bij.

En naar dat soort cijfers zullen bedrijven als Heineken en DSM weer met
gespitste oren luisteren. Beide Nederlandse grootmachten presenteren deze
week ook cijfers.

Lees ook:

Analyse Kaj Leers: Vergeet Uruzgan, het gaat om de
economie

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl