De Amerikaanse inflatie, zoals gemeten door de consumentenprijsindex, is in april uitgekomen op 8,3 procent, volgens de eerste schatting. Dat is hoger dan verwacht.

Door persbureau Dow Jones geraadpleegde economen rekenden in doorsnee op een gemiddelde prijsstijging van goederen en diensten van 8,1 procent in april, vergeleken met een jaar geleden.

De inflatie van april was iets lager dan het piekniveau van 8,5 procent in maart. Maar de vertraging van prijsstijgingen gaat minder hard dan marktanalisten hadden gedacht.


source: tradingeconomics.com

Hoge prijzen voor voeding en energie droegen flink bij aan de inflatie. Maar ook exclusief deze twee categorieën was de gemiddelde prijsstijging fors in april: een plus van 6,2 procent, waar economen vooraf rekenden op een plus van 6 procent.

De hoge inflatie vormt een groot probleem voor de Amerikaanse centrale bank. Om de inflatie te bestrijden wil de Federal Reserve de rente dit jaar stevig verhogen om lenen duurder te maken voor bedrijven en consumenten. Dit moet de economische vraag en daarmee gepaard gaande prijsstijgingen enigszins afremmen.

Op financiële markten heerst echter de vrees dat een reeks snelle renteverhogingen de economie zodanig kan schaden, dat er een recessie ontstaat.

Vanwege dit dilemma is het al enkele weken onrustig op de beurs, waarbij vooral technologie gerelateerde aandelen die gevoelig zijn voor goedkope financiering van toekomstige groei, het zwaar hebben.

Aandelenmarkten in de Verenigde Staten reageerden woensdag onrustig na het bekend worden van de Amerikaanse inflatiecijfers.

Uiteindelijk sloot de brede S&P 500 index 1,7 procent lager en verloor de technologie-index Nasdaq liefst 3 procent van zijn waarde.

Ook op cryptomarkten was het woensdag onrustig. De bitcoin zakte in de loop van de middag even onder het niveau van 30.000 dollar, om daarna weer iets boven dat niveau te noteren.

LEES OOK: Hoeveel kan de beurs nog omlaag?