ABN Amro en de Nederlandse staat willen hun plan voor een beursgang van de genationaliseerde bank in Amsterdam doorzetten. Die beursgang kan vanaf het vierde kwartaal van dit jaar plaatsvinden, onvoorziene omstandigheden daargelaten.

Volgens ABN Amro en NLFI, de beheerder van de staatsparticipaties in de financiële sector, zal de voorgenomen beursgang bestaan uit een plaatsing van certificaten van bestaande aandelen. De aanbieding en het tijdstip daarvan zijn afhankelijk van onder meer de marktomstandigheden, aldus een dinsdag gepubliceerde verklaring.

Het Financieele Dagblad meldde eerder deze maand dat bij de aandelenemissie gemikt wordt op een opbrengst tussen de 17 en 19 miljard euro, terwijl minister Dijsselbloem van Financiën in mei nog aan de Tweede Kamer schreef dat de verwachte opbrengst 15 miljard zou zijn.

Afgelopen mei berekende het ministerie van Financiën dat de totale kosten van de nationalisatie van ABN Amro ongeveer 22 miljard euro hebben bedragen. Dus zelfs bij een opbrengst van 19 miljard euro resteert nog een forse verliespost.

Kosten beursgang ABN Amro

De kosten voor het eerste deel van de beursgang van ABN AMRO komen uit op 9,5 miljoen euro. Het gaat daarbij om een vergoeding voor de zakenbanken die de beursgang begeleiden en kosten voor juridisch advies. Minister Jeroen Dijsselbloem van Financiën schrijft dat dinsdag aan de Tweede Kamer.

Zijn brief is een toelichting op het besluit om met de daadwerkelijke verkoop van de staatsbank te beginnen. Dijsselbloem had de Kamer eerder beloofd dat de totale kosten van de beursgang binnen de 90 miljoen euro zullen blijven. De 9,5 miljoen die hij nu meldt geldt voor de verkoop van het eerste deel aandelen, van naar verwachting ongeveer 30 procent. De rest van ABN AMRO wordt daarna in nog eens drie delen verkocht.

bron: ANP/Z24

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl