ABN Amro en haar eigenaar, de Nederlandse staat, zijn het niet eens over de manier waarop de bank naar de beurs gebracht moet worden.

Dat meldt NRC Handelsblad zaterdag. Ingewijden die het Financieele Dagblad heeft gesproken bevestigen het verhaal.

De raad van bestuur van de bank voert gesprekken met haar enige aandeelhouder, de stichting NL Financial Investments (NLFI), die onder het ministerie van Financiën valt. In die gesprekken mag ABN Amro haar standpunten met betrekking tot de beursgang toelichten.

Die standpunten verschillen op een belangrijk onderdeel van die van de aandeelhouder. ABN wil een beschermingsconstructie, waarbij een stichting een ongewenste overname kan tegenhouden. Dat moet voorkomen dat ABN nogmaals wordt gekocht en opgesplitst, zoals in 2007 gebeurde.

In het jaar erna redde het toenmalige kabinet ABN Amro door de bank te kopen voor 16,8 miljard euro. Inmiddels is volgens Dijsselbloem 21,66 miljard euro in ABN gestoken. Andere berekeningen lopen op tot 28 of 30 miljard euro, inclusief de kosten voor verzekeraar ASR.

Dijsselbloem wil dat bedrag terugverdienen met de beursgang van ABN Amro, die waarschijnlijk volgend jaar plaatsvindt. Een beschermingsconstructie zou ABN minder aantrekkelijk maken voor beleggers, omdat de bank dan te goed beschermd is tegen een eventuele overname. Daarom stuurt NLFI, dat de opbrengst voor de staat wil maximaliseren, aan op een andere oplossing dan de beschermingsconstructie die ABN voorstelt.

ABN Amro koestert degelijk imago

Als ABN Amro naar de beurs gaat, hoeven beleggers niet te rekenen op een radicale verandering van de strategie. De bank wil degelijk blijven bankieren, zonder grote risico’s, zei bestuursvoorzitter Gerrit Zalm onlangs in een interview met zakenkrant The Wall Street Journal.

“De enige risicovolle activiteiten die we ondernemen, zijn namens onze klanten. Als dat ABN Amro een beetje saai maakt, vind ik het best.”

Saaie bank, redelijk rendement

Zalm verwacht niet dat de bank ooit nog een rendement van 20 procent op het eigen vermogen zal halen, zoals in het verleden. Hij mikt op percentages in de ‘low double digits’, dat wil zeggen iets meer dan 10 procent.

De eerste negen van de maanden van dit jaar bedroeg het rendement op het eigen vermogen, exclusief bijzondere lasten, zo’n 11 procent; inclusief die bijzondere posten was dat 7 procent, schrijft The Wall Street Journal.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl