Wanneer ben je succesvol? De traditionele – of wellicht juist de huidige – opvatting is dat iemand die aan een universiteit gestudeerd heeft, slimmer is dan een mbo’er. Dat een huisvrouw minder bijdraagt aan de maatschappij dan de topman van een beursgenoteerd bedrijf.

Maar is een obsessie met louter professionele prestaties als graadmeter voor succes wel gezond? Die vraag beantwoord schrijver Emily Esfahani Smith met ‘nee’.

Ze schreef een boek over hoe de westerse mens vaak zijn identiteit en eigenwaarde ontleent aan glimmende diploma’s of prestaties in hun carrière. Esfahani Smith vertelt in een uitgebreid relaas op Quartz hoe de interviews voor haar boek nieuwe inzichten brachten over wat succes eigenlijk is. Uiteindelijk, betoogt ze, gaat het om een zinvol leven, niet om een dikke baan.

Veel mensen die de auteur interviewde, waren blij als ze succes hadden. Maar als ze faalden en worstelden als ze voelden dat hun leven weinig zin had. Wanhoop en een gevoel van waardeloosheid lagen dan op de loer.

Hoe definieer jij ‘succes’? Drie dingen om over na te denken.

1. Elke fase van je leven bevat een uitdaging voor je ontwikkeling

Promotie maken in je baan is mooi, maar hoe zorg je voor echte vooruitgang? Volgens psycholoog Erik Erikson hoort bij elke levensfase een uitdaging. Als jongvolwassene adolescent is het vooral van belang om een identiteit te vinden. Ietsje later, als jongvolwassene behoor je diepe banden te scheppen met een paar voor jou belangrijke mensen - zoals tijdens je studietijd.

En in de lange periode daarna is het volgens hem de opgave om 'generativiteit' te ontwikkelen. Dat wil zeggen: de volgende generatie helpen door jouw ervaring en kennis door te geven.

2. Bij ontwikkeling hoort een update van je doelen

Een droom die je op jonge leeftijd koestert kan later veel minder relevant lijken. Dat gaat van heel simpele zaken als een nieuw waterpistool op 7-jarige leeftijd, partnerschap in een prestigieus advocatenkantoor tot een bezoek brengen aan het graf van Michael Jackson.

Perspectief verandert alles. Zo sprak Esfahani Smith met een topman die alleen gefocust was op de beursgang van zijn bedrijf en de bijbehorende bak met geld. Toen de dotcom-bubbel barstte op de exacte dag van de beursgang, bleef hij met niets achter. Alhoewel, het besef daalde in dat hij zich op andere zaken moest gaan concentreren: 'je talenten gebruiken ten dienste van een hoger doel'.

3. Werk is niet de enige manier om bij te dragen

Als je het treft, maakt werk je niet alleen gelukkig omdat je er geld voor krijgt. Maar ook omdat je het gevoel hebt dat je iets bijdraagt aan de wereld of de mensheid. Als onderdeel in het totale raderwerk.

Zonder werk komen te zitten, heeft niet alleen een economische consequentie, maar vaak ook mentale. Uit onderzoek blijkt dat een toename in werkloosheid vaak gepaard gaat met een toename in zelfmoorden. Maar door sociale druk is het best mogelijk dat je een doel nastreeft dat niet het jouwe is.

Wil je wel dag in dag uit beulen om die begeerde positie te bemachtigen? Of een groot fonds binnen te slepen? Toponderzoeker John Barnes kwam erachter dat hij veel liever bezig was in zijn lab en daarnaast met zijn boot. Niet met geld vergaren of prijzen in de wacht slepen. "Omdat die helemaal niets betekenen - voor niemand."

Barnes concentreerde zich daarom minder op zijn werk en meer op zijn zoon en taken als docent. Daarmee bleef zijn onderzoek wellicht iets onbekender, maar hij was er zelf tevredener onder.

Lees hier het volledige artikel van Emily Esfahani Smith op Quartz »