Een verrassende wending in een rechtszaak over het copyright op het verjaardagsliedje ‘Happy Birthday’. De klagende partij vindt een dag voor de uitspraak een cruciaal bewijsstuk in de stukken van de gedaagde, Warner/Chappell Music.

Iedere keer dat je op een verjaardag luidkeels “Happy Birthday” aanheft, maak je inbreuk op copyright. Althans, volgens Warner Chappell Music, de muziekuitgeverij van Warner Music Group. De oorspronkelijke versie van het liedje werd in 1893 gecomponeerd door twee zusters uit Kentucky, maar sinds 1935 wordt er copyright op het nummer geclaimd.

Warner Music Group kocht dat recht in 1988, en dat heeft het bedrijf geen windeieren gelegd. Naar schatting verdient Warner 2 miljoen dollar per jaar aan het liedje.

Documentairemaakster begon proces

Maar een rechtszaak kan daarin verandering brengen, schrijft de Hollywood Reporter.  Het proces is aangespannen door documentairemaakster Jennifer Nelson, die bezig is aan een film over de ingewikkelde geschiedenis van het liedje. Ze besloot tot de zaak toen ze erachter kwam dat ze 1500 dollar moest betalen om ‘Happy Birthday’ te laten horen in haar documentaire. Volgens Nelson en haar bedrijf hoort het liedje thuis in het publieke domein.

De zaak sleept al twee jaar aan. Het copyright gaat terug op de zusjes Patty Smith Hill en Mildred Hill, die het nummer zouden hebben geschreven. De zaak draait om de vraag of de zusjes wel of geen afstand van hun auteursrecht hebben gedaan. Volgens Warner Chappell is dat niet het geval, tenzij de zusjes toestemming hebben gegeven om hun werk vóór de registratie van 1935 te publiceren. En daarvan was geen bewijs, zegt de uitgever.

Liedboek uit 1922

Maar de tegenpartij komt op de dag voor de uitspraak met nieuw bewijs. De advocaten hebben nu een liedboek uit 1922 gevonden, waarin ook 'Happy Birthday' is opgenomen, en wel zónder vermelding van auteursrechten. Ruim voor de aanvraag uit 1935 bevond het liedje zich dus al in het publieke domein, betogen de advocaten. De copyright-bepaling uit 1935 zou dan alleen betrekking hebben op verschillende arrangementen, niet op het liedje zelf.

Een latere editie van het liedboek bevond zich in processtukken die door Warner/Chapell digitaal waren aangeleverd. Maar volgens de advocaten van Nelson was een cruciale regel, die een aanwijzing bood dat er géén copyright op het liedje zat, op raadselachtige manier onscherp geworden in de digitale kopie.

Hollywood zal blij zijn

De rechter doet woensdag uitspraak. Als hij in het voordeel van filmer Nelson beslist, zal dat gejuich opleveren in Hollywood. Naar verluidt moeten filmmaatschappijen tot wel 10.000 dollar ophoesten als het lied in een film wordt gebruikt. Reden waarom er op verjaardagsfeestjes in Hollywood-films vaak 'For He's a Jolly Good Fellow' wordt gezongen: da's een stuk goedkoper.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl