Er komen vijftig nieuwe bussen bij die op waterstof rijden. Het kabinet en drie provincies tekenen hier woensdag een gezamenlijke overeenkomst voor.

Momenteel rijden er acht waterstofbussen in het Nederlandse openbaar vervoer. De nieuwe bussen moeten uiterlijk in 2021 rijden in Groningen, Drenthe en Zuid-Holland. Waterstof-elektrische voertuigen zijn duurzaam en kunnen op een tank grote afstanden afleggen.

“Waterstof heeft echt de toekomst als het gaat om zware vervoersmiddelen als bussen en vrachtwagens”, zegt verantwoordelijk minister Stientje van Veldhoven.

Van Veldhoven wil ook dat de infrastructuur voor waterstofauto’s wordt verbeterd. Nu zijn er nog maar acht tankstations met waterstof. De minister hoopt dat de komst van de bussen private partijen stimuleert om meer waterstoftankstations te bouwen waar ook particuliere weggebruikers terechtkunnen.

Het busproject kost 15 miljoen euro. De helft daarvan komt van de Europese Unie, het kabinet en de provincies leggen ieder 3,75 miljoen euro bij. De kosten voor het gebruik van de bussen liggen bij de provincies.

Vanaf 2030 mogen bussen in het openbaar vervoer geen CO2 meer uitstoten. Daartoe heeft Nederland zich verplicht. Momenteel rijden er zo'n 500 uitstootvrije bussen in Nederland, op een totaal van ruim 5.000 bussen in het openbaar vervoer. De schone bussen zijn veelal elektrische.