Feit: een iPhone waarop niets is geïnstalleerd is lichter dan een volle iPhone met heel veel apps.

Hoe dat zit? Daarvoor we moeten diep de computerwetenschap induiken.

The New York Times legde de vraag over het gewicht van geheugen al in 2011 voor aan professor John Kubiatowicz, hoogleraar informatica aan de Universiteit van Californië.

Die gaf het volgende antwoord met een Kindle als voorbeeld. Kindles en iPhones maken allebei gebruik van een flashgeheugen voor gegevensopslag.

Dat flashgeheugen bestaat uit speciale transistors, eentje voor iedere opgeslagen bit. Die transistors gebruiken gebonden elektronen om het onderscheid te maken tussen een digitale 1 en een 0.

Het totaal aantal elektronen in het geheugen verandert niet als er meer in het geheugen wordt opgeslagen. Maar elektronen die door de transistors worden gebonden, hebben een hogere energie dan elektronen die nog vrij zijn.

Waanzinnig klein verschil

Een conservatieve schatting stelt die energie op 0,00000000000001 joules per bit. In de wetenschap wordt dat ook wel genoteerd als 10-14 joules per bit.

Deze energie staat gelijk aan een hoeveelheid massa, volgens de beroemde formule E=mc2 van Einstein. Voor 4 GB aan gegevens komt het verschil tussen een leeg en vol geheugen omgerekend uit op een waanzinnig klein verschil: 10-18 gram.

Een vol geheugen is dus in principe zwaarder, maar het verschil is in de praktijk niet te meten. Zelfs de meest gevoelige weegschalen zijn niet nauwkeuriger dan 10-9 gram. Je hoeft dus niet bang te zijn voor een rugblessure met een volle iPhone.