Het winnen van een olympische plak is uiteraard niet in geld uit te drukken.
De intrinsieke waarde, ofwel de waarde van het materiaal van een medaille,
is dat wel. Wat zou een medaille opleveren als deze omgesmolten zou worden?

Nederland heeft inmiddels vijf olympische medailles in de wacht gesleept.
Annette Gerritsen en Laurine van Riessen pakten respectievelijk zilver en
brons. Sven Kramer, Markt Tuitert en Ireen Wüst wonnen het hoogst haalbare:
goud.

Grote medailles
De medailles in Vancouver zijn groter dan bij eerdere Spelen. Ze zijn 10
centimeter in doorsnee, 6 milimeter dik en wegen, afhankelijk van de
medaille, tussen de 500 en 576 gram.

Uitgaande van een medaille van 576 gram, de grootste maat, kost een gouden
medaille ongeveer 365 euro. De gouden plak bestaat voor slechts ongeveer 6
gram uit goud. Tegen de huidige
prijs
(1121,75 dollar per troy ounce) is dat gouden deel zo’n 159 euro
waard.

Volgens voorschriften bestaat een gouden plak verder voor minimaal 92,5
procent uit zilver. Als we dit minimumgehalte nemen, is de intrinsieke
waarde van het zilver 206 euro. Deze twee bedragen samen brengen de
intrinsieke waarde van een gouden plak op minimaal 365 euro.

Zilver goedkoper
Ook een zilveren medaille moet voor minimaal 92,5 procent uit zilver bestaan.
Uitgaande van dat gehalte op een totaal gewicht van 576 gram, is een
zilveren medaille in Vancouver 206 euro waard.

Brons is een legering van koper en tin. Er zijn geen standaard bronsprijzen,
zoals voor goud en zilver. Een kilo brons zal niet meer opleveren dan een
paar euro. Een bronzen medaille in Vancouver weegt iets meer dan een halve
kilo, dus omsmelten loont de moeite niet.

Sven rijker dan Bob
Tijdens de vorige Winterspelen, in 2006 in Turijn, waren de medailles een
fractie kleiner. Belangrijker voor de intrinsieke waarde zijn echter de
goud- en zilverprijzen, die in 2006 beduidend lager lagen.

Hierdoor zijn de gouden plakken van schaatsers Sven, Mark en Ireen bijna twee
keer zo veel waard als destijds de gouden medaille die Bob de Jong in Turijn
won op de 10 kilometer. De waarde van zijn plak is natuurlijk wel
meegestegen met de goudprijs.

Medailles in Turijn wogen iets minder dan 500 gram. Een troy ounce goud (31,1
gram) kostte destijds 558 dollar (toen ongeveer 457 euro) en een troy ounce
zilver 9,59 dollar (toen 7,86 euro).

Uitgaande van een plak van een halve kilo was een gouden medaille in Turijn
205 euro waard. De intrinsieke prijs van een zilveren medaille was in 2006
117 euro.

Lees ook:

Sporters blijer met bronzen dan met zilveren medaille

Goud is voor losers

Aan Olympisch goud hangt prijskaartje

Rekenkamer: Olympische plakken hebben 4,4 miljoen euro
gekost

Gouden Olympische munt weegt 10 kilo

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl