Warren Buffett wist in de jaren 80 te ontsnappen aan een poging tot ontvoering. Door het incident realiseerde hij zich welke risico’s rijk en beroemd zijn met zich meebrengen en ging hij fors investeren in zijn persoonlijke veiligheid.

Na tientallen jaren beleggen en het sluiten van slimme zakendeals had het vermogen van Buffett halverwege de jaren 80 echt serieuze vormen aangenomen, schrijft Alice Schroeder in The Snowball: Warren Buffett and the Business of Life.

Forbes zette hem in 1985 voor het eerst op de lijst van 400 rijkste Amerikanen. Hij was toen een van de slechts 14 miljardairs op de lijst.

De CEO van Berkshire Hathaway werd daardoor een doelwit van criminelen. In 1987 verschenen twee gewapende mannen bij zijn kantoorgebouw in Omaha in de Amerikaanse staat Nebraska, schrijft Schroeder. Zij waren van plan de belegger te ontvoeren en 100.000 dollar losgeld te eisen, het equivalent van 245.000 dollar vandaag de dag (omgerekend 217.000 euro).

Beveiligers en de politie wisten de ontvoering te voorkomen, maar het incident schudde Buffett en de mensen om hem heen wakker. Hoewel hij een persoonlijke bodyguard weigerde, omdat dat een te grote inbreuk op zijn privacy en vrijheid zou zijn, liet hij wel een beveiligingscamera en een metalen deur van 136 kilo installeren in zijn kantoor, schrijft Schroeder.

De nare herinnering aan de met wapens zwaaiende ontvoerders verklaart wellicht waarom Berkshire sinds 2008 gemiddeld 339.000 dollar per jaar besteedt aan de persoonlijke veiligheid van Buffett, zowel thuis op kantoor. De topbelegger staat bekend om zijn zuinigheid. Zijn salaris bedraagt ondanks zijn miljardenvermogen al meer dan 40 jaar niet meer dan 100.000 dollar, maar hij beknibbeld niet op zijn eigen veiligheid.

LEES OOK: De 91-jarige superbelegger Warren Buffett heeft een geldprobleem – dit kan hij doen