De jaarlijkse vakantiebijslag, die miljoenen Nederlanders eind deze maand weer ontvangen, valt dit jaar voor veel werknemers fors lager uit dan voorgaande jaren. Dat heeft te maken met fiscale wijzigingen die het loonstrookje raken.

Vooral de hogere inkomens zullen dit merken in hun portemonnee, blijkt uit een update van berekeningen die salarisstrookverwerker ADP in januari presenteerde.

De teruggang in vakantiegeld heeft te maken met veranderingen in de algemene heffingskorting en de arbeidskorting. Dit zijn bedragen die in mindering worden gebracht op de te betalen belasting. Beide zijn sinds 2014 sterker inkomensafhankelijk gemaakt.

Vakantiegeld zwaarder belast

Op loonstrookjes van werknemers is de verwerking van enerzijds de te betalen belasting en aan de andere kant de inkomensafhankelijke arbeidskorting complexer geworden. Om te voorkomen dat veel werknemers in 2016 met een nafheffing worden geconfronteerd bij de uiteindelijke belastingaanslag over 2015, is besloten bij bijzondere beloningen zoals het vakantiegeld alvast van rekening te houden met de afbouw in de heffingskortingen.

In de praktijk betekent dit dat vooral werknemers met hogere inkomens in mei netto minder overhouden van de vakantietoeslag van 8 procent.

Iemand met een salaris van tweeënhalf keer modaal, ofwel 6.655 euro per maand, ontvangt 256 euro minder vakantiegeld. Een werknemer met een salaris van anderhalf keer modaal (3.993 euro per maand) houdt netto 242 euro minder vakantiegeld over en twee keer modaal (5.324 euro per maand) gaat met 204 euro minder op vakantie.

Een modaal inkomen  van 2.662 euro bruto per maand moet het met 59 euro minder doen. Mensen met een minimumloon gaan er niet op achteruit.

De afbeelding hieronder geeft de gevolgen van de zwaardere heffing op het vakantiegeld per inkomensgroep grafisch weer. (klik voor uitvergroting).

adp-infographic-netto-verschil-vakantiegeld-per-inkomensgroep

Vakantiegeld niet altijd voor vakantie

Het vakantiegeld gaat niet altijd op aan vakantie. Volgens het economisch bureau van ABN Amro hebben 16 procent van de Nederlanders dit extraatje plus het geld dat ze jaarlijks terugkrijgen van de Belastingdienst, nodig om rond te komen.

Dit is voornamelijk het geval bij mensen die minder verdienen dan een modaal inkomen (minder dan 35.000 euro bruto per jaar), meldde de bank dinsdag. ABN deed onderzoek naar het gebruik van vakantiegeld.

Een overgrote meerderheid van de ruim 1200 ondervraagden besteedt het bedrag geheel of ten dele aan hun vakantie. Maar 15 procent zet het weg als spaargeld of heeft het nodig voor een grote aankoop of om schulden af te betalen.

Bron: ANP/Z24

Lees ook

Vakantiegeld: uitgeven, schulden aflossen, sparen of beleggen

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl