• VVD, CDA, D66, GroenLinks, SP, PvdA en de ChristenUnie willen allemaal hogere inkomens zwaarder belasten in box 1.
  • Business Insider spitte de doorgerekende verkiezingsprogramma’s door voor de concrete maatregelen.
  • VVD wil bijvoorbeeld de bovengrens van de laatste belastingschijf bevriezen in de komende kabinetsperiode.
  • De linkse partijen eisen een nieuw toptarief voor inkomens boven 150.000 euro.

De sterkste schouders dragen de zwaarste lasten. Daarover lijken de leiders van de grootste politieke partijen het allemaal eens.

De partijen hebben in hun verkiezingsprogramma’s maatregelen opgenomen om de hoogste inkomens met meer inkomstenbelasting te belasten om zo de rekening van de coronacrisis te betalen.

Dat blijkt uit de doorrekening van de plannen voor de volgende kabinetsperiode 2021-2025 door het Centraal Planbureau (CPB) en het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL).

Business Insider spitte de economische analyse van de verkiezingsprogramma’s door voor de belangrijkste plannen rondom de inkomstenbelasting in box 1, box 3 en de erfbelasting.

Wij keken naar de volgende zeven partijen die een gedetailleerde lijst van hun voorstellen hebben ingediend: VVD, CDA, D66, GroenLinks, SP, PvdA en de ChristenUnie.

Hoewel de zeven politieke partijen voor heel verschillende hervormingen kiezen, zijn ze op het punt van hogere inkomstenbelasting voor de rijkere burgers opvallend eensgezind.


VVD bevriest de schijfgrens van het toptarief

De VVD raakt hoge inkomens op een verkapte wijze. De partij wil de huidige schijfgrens van het toptarief (inkomen vanaf 68.508 euro in 2021) gedurende de kabinetsperiode bevriezen.

Dat betekent dat de topgrens van de laatste schijf niet mee zal bewegen met de inflatie. Als de meeste lonen wel geïndexeerd worden voor de hogere prijzen van producten en diensten moet een groter aantal mensen het hoogste belastingtarief betalen.

Om het effect hiervan te illustreren, nemen we een fictief persoon die in 2021 een bruto inkomen van 67.000 euro heeft. We nemen verder aan dat de inflatie in de komende kabinetsperiode elk jaar gemiddeld op 1,5 procent uitkomt en het loon van onze werknemer daarmee jaarlijks wordt verhoogd.

In 2023 stijgt het bruto inkomen in ons voorbeeld tot 69.025 euro, waardoor de schijfgrens van 68.508 euro wordt gepasseerd. Daardoor moet onze werknemer over de laatste 500 euro plotseling een fors hogere belasting betalen: 49,50 procent in plaats van 37,10 procent.

In 2025 is het bruto inkomen gegroeid tot 71.111 euro, waardoor inmiddels ruim 2.500 euro met het toptarief belast wordt.

Deze maatregel brengt in totaal een lastenverzwaring van 1,5 miljard euro in 2025 mee, aldus het Centraal Planbureau. Dit moet worden geïnterpreteerd als een additioneel effect ten opzichte van het huidige beleid (basispad). Dit basispad voor de middellange termijn zet het CPB uiteen in zijn recente raming.


CDA brengt de schijfgrens van het toptarief omlaag

Het CDA wil een stap verder gaan dan de VVD. De christelijke partij wil de lengte van de eerste schijf iets verlagen. Die moet lopen tot een inkomen van maximaal 65.000 euro, in plaats van de huidige grens van 68.508 euro. Daarmee moeten mensen met hogere inkomens sneller het toptarief van 49,50 procent in box 1 betalen.

Het CPB geeft geen aparte economische impact weer voor deze maatregel van het CDA.


D66 verlaagt de laatste schijfgrens, komt met nieuw toptarief voor inkomens boven €150.000

D66 wil een vijfschijvenstelsel introduceren voor de inkomstenbelasting.

Voor de eerste schijf blijft een tarief van 37,10 procent gelden. Voor de tweede en de derde schijf komt de belasting in box 1 uit op respectievelijk 41,03 procent en 44,93 procent.

Voor de vierde schijf geldt een tarief van 49,50 procent.

De vijfde schijf geldt voor topverdieners met inkomens boven de 150.000 euro. Zij moeten op een inkomstenbelasting van 55 procent rekenen.

Deze aanpassingen leiden tot een lastenverzwaring van 8,5 miljard euro in 2025, aldus het CPB.

De partij wil ook de grens tussen de derde schijf en de vierde schijf naar 63.504 euro verlagen en wil dat bedrag jaarlijks niet aanpassen voor bijvoorbeeld inflatie. Dit raakt hogere inkomens, die door de aanpassing sneller het tarief van 49,50 procent in box 1 moeten betalen.

Het CPB raamt dat deze maatregel een lastenverzwaring van 3,1 miljard euro in 2025 bedraagt.


GroenLinks verlaagt de laatste schijfgrens, verhoogt het oude toptarief en komt met nieuw toptarief voor inkomens boven €200.000

GroenLinks wil een vierschijvenstelsel introduceren voor de inkomstenbelasting.

De nieuwe tarieven komen dan uit op 35 procent over het inkomen tot 27.000 euro, 38,5 procent over het inkomen tussen de 27.000 en 65.000 euro, en 50 procent over het inkomen tussen 65.000 en 200.000 euro.

Boven de 200.000 euro komt er een nieuw toptarief van 60 procent. De schijflengtes gaan niet met verloop van de tijd veranderen.

Per saldo leiden deze aanpassingen tot 500 miljoen euro lastenverlichting.


SP verlaagt de laatste schijfgrens, verhoogt het oude toptarief en komt met nieuw toptarief voor inkomens boven €150.000

De Socialistische Partij (SP) wil een vijfschijvenstelsel invoeren voor box 1.

Het tarief van de eerste schijf, voor inkomen tot 22.000 euro, wordt verlaagd naar 36 procent.

Voor de tweede belastingschijf (inkomen van 22.000 tot 37.000 euro) en derde belastingschijf (inkomen van 37.000 tot 67.000 euro) geldt een inkomstenbelasting van 39,5 procent.

Voor de vierde belastingschijf (inkomen van 67.000 tot 150.000
euro) stellen de socialisten een tarief van 52 procent voor. Daarboven geldt een belasting van 65 procent.

De inkomstenbelasting wordt verlaagd voor mensen die de AOW-leeftijd hebben bereikt. Voor deze groep geldt in de eerste schijf een lager
belastingtarief van 18,1 procent en in de tweede schijf een lager tarief van 21,6 procent omdat zij geen AOW-premie betalen.

In dit kader is het belangrijk om te noemen dat de SP de AOW-leeftijd in 2023 terug wil brengen naar 65.

Al deze aanpassingen aan de inkomstenbelasting betekenen per saldo een lastenverzwaring van 5,3 miljard euro in 2025.


PvdA verlaagt de laatste schijfgrens, verhoogt het oude toptarief en komt met nieuw toptarief voor inkomens boven €150.000

Ook de Partij van de Arbeid (PvdA) stelt zich een vijfschijvenstelsel voor in box 1.

Daar gelden de volgende tarieven: 35 procent voor het inkomen onder de 22.000 euro, 40 procent voor het inkomen tussen 22.000 en 37.000 euro, 41 procent voor het inkomen tussen 37.000 euro en 67.000 euro, en 52 procent voor het inkomen tussen 67.000 en 150.000 euro. Daarboven geldt een toptarief van 60 procent.

Voor personen die de AOW-grens zijn gepasseerd gelden in
de eerste schijven van het vijfschijvenstelsel lagere tarieven.

Bij elkaar tellen de voorgestelde wijzigingen aan de inkomstenbelasting op tot een lastenverzwaring van 4,6 miljard euro in 2025, aldus het planbureau.


ChristenUnie verhoogt het toptarief en de laatste schijfgrens

Voor de hogere inkomens wil de ChristenUnie het toptarief van de inkomstenbelasting op 50 procent zetten. De partij stelt verder voor om de schijfgrens van het toptarief naar het inkomensdeel vanaf 70.000 euro te brengen in 2025.

Deze stappen brengen per saldo een lastenverzwaring van 800 miljoen euro met zich mee in 2025.

Lees meer over de Tweede Kamerverkiezingen: