Wie een spaarpot voor later wil opbouwen, loopt er onvermijdelijk tegenaan dat het niet goed mogelijk is om het rendement te voorspellen op de euro’s die je apart zet.
Toch is het belangrijk om een idee te hebben van wat er gebeurt met je vermogen bij verschillende opbrengstscenario’s. Dan weet je ook beter hoeveel geld je maandelijks of jaarlijks opzij moet zetten om je doel te halen – en of het slim is om de inleg tussentijds aan te aanpassen.
Deze week publiceerde vermogensbeheerder Robeco de prognoses van het gemiddelde rendement in de komende vijf jaar voor verschillende beleggingscategorieën. Aandelen renderen naar verwachting het beste. In ontwikkelde markten zullen aandelen naar verwachting renderen met gemiddeld 4 procent per jaar, in opkomende markten met gemiddeld 4,5 procent.
Dit verwachte jaarlijkse rendement in de periode 2019-2023 is lager dan het langjarig historisch gemiddelde. Het gemiddelde rendement van de Amerikaanse S&P 500 – de belangrijkste aandelenindex ter wereld – is sinds de start in 1928 zo’n 7 procent per jaar (gecorrigeerd voor inflatie).
Wat betekent het lagere verwachte rendement voor je persoonlijke pensioenpot? Stelt dat je over 20 jaar een vermogen wilt hebben van 100.000 euro. Hoe groot moet het bedrag dan zijn dat je ieder jaar moet beleggen?
De vereiste inleg in je aandelenportefeuille voor een vermogensdoel van 100.000 euro hangt natuurlijk af van het gemiddelde jaarlijkse rendement.
De tabel hieronder laat zien wat je jaarlijks in je beleggingsportefeuille moet inleggen bij een gemiddeld rendement van 4 procent, 5 procent, 6 procent en 7 procent om die 100.000 na 20 jaar te bereiken. De tabel laat zien hoe het totale vermogen jaarlijks groeit gegeven een bepaalde inleg.
Bij lager rendement hou je minder geld over voor andere zaken
Bij een gemiddeld rendement van 4, 5, 6 of 7 procent moet je jaarlijks respectievelijk 3.375 euro, 3.025 euro, 2.725 euro of 2.450 euro beleggen om na 20 jaar een vermogen van 100.000 euro op te bouwen. Op maandbasis gaat het afgerond om respectievelijk 281 euro, 252 euro, 227 euro en 204 euro.
Bij een gemiddeld rendement 4 procent moet je ieder jaar maar liefst 925 euro méér investeren in aandelen, vergeleken met een gemiddeld rendement van 7 procent (3.375 euro tegen 2.450 euro per jaar). Over 20 jaar is het totale verschil opgelopen tot 18.500 euro, dat je niet hebt kunnen uitgeven aan leuke vakanties of spullen.
Dit is best teleurstellend. Maar het is in de historie altijd zo geweest dat er periodes zijn waarin aandelen wat minder rendeerden en periodes waarin aandelen het geweldig deden. Voor beleggen zijn geduld en stalen zenuwen noodzakelijk.
Rekening houden met kosten. En herinvesteer het uitgekeerde dividend
De bedragen hierboven zijn bruto rendementen. Het netto rendement - het bedrag dat je aan het eind van de rit echt in je zak kan steken - kan door verschillende kosten behoorlijk lager liggen.
Zo knagen transactie- en beheerkosten van je beleggingen behoorlijk aan je netto rendement. Indexfondsen zijn doorgaans goedkoper dan actief beheerde beleggingsfondsen, maar je bent ook bij indexfondsen vaak 0,3 procent tot 0,5 procent van het jaarrendement kwijt aan kosten.
Ook moet je rekening houden met de vermogensbelasting in box 3 als je vermogen boven de heffingsvrije drempel uitkomt. Die ligt op 30.000 euro in 2018. Alternatief is dat je voor een fiscale constructie kiest waarbij de opbouw van het vermogen is vrijgesteld van belasting in box 3, maar dan moet je het opgebouwde bedrag aan het eind van de rit in een lijfrente-uitkering stoppen.
Het rendement kan overigens sterk verbeteren als je de uitgekeerde dividenden herbelegt. Het rente-op-rente-effect is een belangrijke factor voor het uiteindelijke rendement op lange termijn.
