Unilever en Nestlé strijden wereldwijd om de hegemonie op de ijsmarkt die
pakweg 85 miljard dollar groot is. Maar tot voor kort was die strijd
relatief beperkt in de VS.

De markt is daar weliswaar enorm – zo’n 12 miljard dollar – maar Amerikanen
eten anders ijs dan wij in Europa. Ze verkiezen vooral grote bakken met ijs:
individuele verpakkingen van merkijsjes, zoals met een stokje, maken slechts
ruim 21 procent van de markt uit.

Het grootste ijsje heet Skinny Cow is van Nestlé en richt zicht op Amerikanen
die aan de lijn doen. Unilever durfde lang dat niet aan te vallen. Maar
sinds vorig jaar april wél. sginaleert Bloomberg BusinessWeek. Onder
nieuw management introduceerde Unilever eindelijk Magnum in de VS. De tests
onder consumenten waren zo positief dat de lancering een jaar werd
vervroegd.

Unilever zette vooral in op mini Magnums om twijfelaars over de streep te
trekken. Een Skinny Cow bevat immers zo’n 100 calorieën, tegen mini-Magnum
zo’n 150 (en een volwassen Magnum al gauw 240). Een reclamecampagne van 15
miljoen dollar moest de Amerikanen overtuigen. Met succes, want in een jaar
tijd gingen er voor 100 miljoen dollar aan Magnums over de toonbank. Dat was
50 procent meer dan verwacht. Italiaanse fabrieken moesten extra productie
draaien.

Skinny Cow’s marktaandeel zakte met een half procentpunt naar zo’n 7,1
procent; Magnum heeft nu 2,2 procent, meldt marktonderzoeker Sumphony IRI.

Daarmee is Unilever er dus nog lang niet, maar duidelijk is wel dat de
Amerikaanse ijsmarkt topprioriteit heeft bij het concern, dat elders zo veel
moeite heeft om te groeien. IJs is goed voor pakweg 15 procent van de omzet
van Unilever. De Magnum passeert dit jaar, mede dankzij de lancering in de
VS, nu de 1 miljard euro-omzetgrens.

Lees ook op Z24.nl:

Unilever koopt Griekse ijsmerken

Analyse Jeroen de Boer: echte innovatie lastig voor
Unilever

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl