ANALYSE  – De hoofdrolspelers van de handelsoorlog die de Verenigde Staten uitvecht met China en Europa zijn op valutamarkten niet eens de grootste slachtoffers. Met name de munten van opkomende landen moeten het ontgelden.

De laatste weken volgen de zetten in de handelsoorlog elkaar steeds sneller op. Zowel Europa als China hebben al nieuwe heffingen ingevoerd, nadat de Amerikaanse president Donald Trump een importbelasting instelde over de invoer van tientallen miljarden aan goederen.

Het is eenvoudiger om aan te wijzen welke valuta’s momenteel het meeste pijn voelen dan om te voorspellen hoe de handelsstrijd zich verder ontwikkelt.

De oplopende politieke onzekerheid is voor veel partijen aanleiding om te kiezen voor veilige havens op valutamarkten zoals de Amerikaanse dollar. Dat gaat met name ten koste van opkomende landen, waarvan de valuta’s vaak een meer beweeglijk koersverloop hebben.

Goede voorbeelden daarvan zijn de Turkse lira en de Argentijnse peso. Als gevolg van interne economische problemen zijn deze munten sinds de jaarwisseling met 20 tot 30 procent gedaald.

Hogere rente in VS niet fijn voor landen met dollarschulden

Opkomende markten hebben niet alleen het tij tegen door de handelsoorlog en eventueel door interne kwesties, maar ook door de stijging van de rente in de Verenigde Staten. De Amerikaanse centrale bank heeft half juni het belangrijkste rentetarief wat opgeschroefd. Daarbij werd erop gezinspeeld dat er voor het eind van dit jaar nog twee renteverhogingen aankomen. Daarmee zou de Amerikaanse rente uitkomen op 2,5 procent

Net zoals het voor spaarders aantrekkelijk is om de rekening te zoeken die hen het aantrekkelijkste tarief oplevert, zullen grote institutionele partijen hun geld het liefste aanhouden in een valuta van een land met een hoge rente.

De kracht van de dollar kan voor behoorlijk wat problemen zorgen in opkomende landen. Veel overheden en ondernemingen hebben namelijk leningen in dollars uitstaan. Door de stijging van de Amerikaanse munt, nemen de rentelasten voor deze partijen toe. Bovendien wordt het lastiger om de lening aan het eind van de looptijd weer terug te betalen.

De Bank voor Internationale Betalingen waarschuwde vorig jaar al dat de totale schuldenlast van bedrijven in opkomende markten is gegroeid tot 25.000 miljard dollar

Turbulentie raakt ook Nederlandse exporteurs en importeurs

De toegenomen turbulentie van valuta’s uit opkomende markten kan Nederlandse bedrijven die zakendoen in deze gebieden, op verschillende manieren raken. Het kan dan ook geen kwaad voor een exportbedrijf om te kijken of buitenlandse zakenpartners goed bestand zijn tegen de aantrekkende valuta-tegenwind. Hebben ze bijvoorbeeld veel schulden in buitenlandse muntsoorten? Daarnaast vormen de huidige ontwikkelingen een goede reden om de eigen valutarisico’s na te lopen en waar nodig af te dekken.

Ten slotte is het zaak om niet uit het oog te verliezen dat de situatie van land tot land sterk kan verschillen. Een bedrijf dat invoert uit Turkije en afrekent in lokale valuta, betaalt nu bijna 20 procent minder dan een half jaar geleden voor hetzelfde factuurbedrag. Wie zaken doet in Kenia, is juist 6 procent meer kwijt.

De stijgende Amerikaanse rente en de onvoorspelbare koers van Trump zorgen ervoor dat dit soort onderlinge verschillen verder kunnen toenemen.

Joost Derks is valuta-expert bij de Nederlandsche Betaal & Wisselmaatschappij (NBWM). Hij heeft meer dan twintig jaar ervaring in de valutawereld. Deze column geeft zijn persoonlijke mening weer. Deze informatie is niet bedoeld als professioneel (beleggings)advies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde transacties en/of beleggingen via de Nederlandsche Betaal & Wisselmaatschappij NV.