Overzicht houden over de plannen voor de toekomst van de vermogensbelasting in box 3 wordt er niet makkelijker op. Dat bleek dinsdagavond tijdens een debat in de Tweede Kamer over de belasting op sparen en beleggen.

In 2027 moet er een nieuw stelsel komen, maar hoe dat er precies uit komt te zien is nog steeds onduidelijk. De Tweede Kamer wil graag dat het huidige stelsel, waarbij gewerkt wordt met door de fiscus vastgestelde fictieve rendementen op vermogen, vervangen wordt door een belasting op basis van daadwerkelijke vermogenswinst (of -verlies) van individuele belastingplichtigen.

In de praktijk blijken daar in de uitvoering behoorlijk wat haken aan te zitten. Daarom zijn er al een aantal varianten voorgesteld. Business Insider maakte eerder deze week een overzicht van de belangrijkste opties voor de toekomst van de vermogensbelasting.

Lees ook: Vermogensbelasting voor sparen en beleggen: dit zijn 4 opties voor de aanpassing van box 3

Vastgoed zoals vakantiehuis en verhuurde woning belasten in box 1

Tijdens het Kamerdebat van dinsdag kwam er weer een nieuwe variant op tafel. Staatssecretaris Marnix van Rij van Fiscaliteit stelde voor om spaargeld en liquide beleggingen zoals aandelen in box 3 te houden. Daar worden deze vermogensbestanddelen dan belast op basis van daadwerkelijke rendementen.

Voor vastgoed zoals vakantiehuisjes en verhuurde woningen zou echter een andere regeling moeten worden getroffen. Daarbij zouden onroerende zaken onder box 1 van de inkomstenbelasting komen te vallen, zo meldde het Financieele Dagblad.

Dit laatste sluit deels aan bij een voorstel van het Register Belastingadviseurs om inkomsten uit vermogen helemaal over te hevelen van box 3 naar box 1. De belastingadviseurs willen dit voor alle inkomsten uit vermogen doen. Hoe dit precies zou moeten werken, kun je hier lezen.

In de Tweede Kamer leek dinsdag intussen steeds minder overeenstemming te bestaan over welke kant het uiteindelijk op moet met de vermogensbelasting.

Een groot pijnpunt daarbij is dat je bij een belasting op daadwerkelijke inkomsten uit vermogen moet kijken naar enerzijds directe inkomsten, zoals ontvangen rente op spaargeld en dividend uit aandelen, en anderzijds indirecte inkomsten uit de vermogensgroei van bezittingen.

Bij dat laatste is de vraag of je vermogenswinsten in één keer belast als een belegging wordt verkocht, waarbij je kijkt naar het verschil tussen de aan- en verkoopprijs. Het alternatief is dat je jaarlijks de waarde-ontwikkeling van beleggingen gaat meten en meeneemt in de belastingheffing.

Een ideale oplossing lijkt niet voorhanden, zo erkende Van Rij dinsdag tijdens het Kamerdebat: "Het ideale stelsel bestaat niet. Bestond het maar, dan was het natuurlijk allang bedacht", zei de staatssecretaris volgens De Telegraaf.

LEES OOK: Vermogensbelasting box 3: belastingtarief op sparen en beleggen moet waarschijnlijk omhoog om financiële gaten te dekken