De toch al harde onderhandelingen tussen supermarkten en leveranciers gaan er nu nog steviger aan toe. De grootgrutters zeggen dat leveranciers van A-merken prijzen meer opschroeven dan nodig is in verband met de ongekend hoge inflatie.

Dat schrijft het Financiëele Dagblad na een rondgang langs verschillende supermarktketens.

In Nederland kwam de gemiddelde prijsstijging volgens de Europees geharmoniseerde methode in december 6,4 procent hoger uit dan een jaar eerder, meldde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) vrijdag op basis van voorlopige cijfers.

Lees ook: Inflatie eurozone stijgt in december naar nieuw record van 5%: is de piek hiermee bereikt?

Deze week geeft het CBS de Nederlandse inflatie volgens de eigen rekenmethode vrij. Die komt doorgaans iets lager uit en stond in november op 5,2 procent.

Volgens supermarkten gebruiken A-merken de hogere inkoopkosten waar ze mee te maken hebben om de verkoopprijzen nog wat extra op te rekken, zodat ze hun winstmarges kunnen opschroeven. "In enkele gesprekken merken we dit jaar dat grotere A-merkleveranciers extra prijsverhogingen willen doorvoeren", laat een woordvoerder van Albert Heijn aan het FD weten.

Ook Vomar-directeur Aart van Haren ziet dat met name grote fabrikanten van A-merken een “klein plusje” voor zichzelf proberen te creëren, zegt hij tegen de krant.

'Prijzen van leveranciers moeten gemiddeld 9 tot 10% omhoog'

Rabobank-econoom Sebastiaan Schreijen schat dat leveranciers hun prijzen gemiddeld 9 tot 10 procent moeten opschroeven om de kosten te dekken. “Dat is ongekend”, zegt hij tegen het FD. 

In oktober vorig jaar voorspelde ABN Amro dat transport- en grondstofprijzen voorlopig hoog blijven. Het doorberekenen van de hogere kosten is afhankelijk van de contracten tussen producenten en afnemers als supermarkten. 

Hoewel Albert Heijn in september had aangegeven de prijzen zo lang mogelijk stabiel te willen houden, achtte ABN Amro het onvermijdelijk dat de prijsstijgingen worden doorberekend aan de consument. 

Lees meer over inflatie: