De plannen in het regeerakkoord over het ontslagrecht gaan de prullenbak in. Toch zal er vanaf 2016 een hoop veranderen rond het ontslagrecht en de regels rond tijdelijke contracten. Sonia Beedie van Pellicaan Advocaten over de gevolgen voor werkgevers.

Een meerderheid van de Tweede Kamer heeft afgelopen week in een debat
aangegeven het “no cure no pay”-systeem, dat nu nog voor de advocatuur
verboden is, te willen invoeren.

In Amerika is het al de gewoonste zaak van de wereld; in Nederland mogen
advocaten echter niet aanbieden alleen kosten in rekening te brengen als een
zaak wordt gewonnen. De Orde van Advocaten is er niet per se op tegen, maar
tot voor kort de regering nog wel.

De discussie of een beloning alleen moet worden toegestaan als je als advocaat
een bepaald van te voren afgesproken resultaat behaalt, is ineens weer
opgelaaid.

No cure no pay

Er zijn natuurlijk voors en tegens te bedenken voor de invoering van een “no
cure no pay” beloningsstructuur. Het recht kan toegankelijker worden gemaakt
voor mensen die normaal gesproken geen advocaat zouden kunnen betalen. Het
is ook denkbaar dat de werkdruk daalt bij gerechtelijke instanties, want
kansloze of minder kansrijke zaken zullen niet zo gemakkelijk meer ingesteld
worden.

Ook zal de advocaat zich waarschijnlijk hard(er) inzetten voor een goed
resultaat: anders wordt hij immers niet beloond. Tegelijkertijd vraag ik mij
stellig af men zich de nadelen wel voldoende realiseert.

Een advocaat krijgt een sterk eigen belang bij de zaak, waardoor hij hard voor
je zal werken om goed resultaat te behalen. Maar dat heeft ook een
keerzijde. Stel je voor dat je 100 duizend euro te vorderen hebt, en de
wederpartij wil de zaak schikken voor bijvoorbeeld 80 duizend euro. De
advocaat zal dan misschien, denkend aan zijn eigen portemonnee die dan
sneller gevuld wordt, adviseren die schikking te nemen in plaats van door te
procederen. Maar wie zegt dat de rechter niet de volle 100 duizend euro zou
hebben toegewezen?

Natuurlijk zijn er altijd risico’s verbonden aan procederen, maar de
afwegingen die de advocaat maakt bij zijn advies over een schikking zal bij
“no cure no pay” sterk ingekleurd kunnen worden door zijn eigen belang om
betaald te worden. Dat lijkt me geen goede ontwikkeling.

Hogere beloningen

Verder moeten rechtzoekenden zich ook bedenken dat dit systeem wellicht kan
leiden tot veel hogere beloningen dan nu gebruikelijk in de advocatuur. Als
ik als advocaat een groot risico moet lopen, dan moet daar ook een groot
voordeel aan verbonden zijn. Als ik (in eerste instantie kosteloos) veel
werk moet verrichten voor een cliënt in een zaak waarbij het resultaat door
allerlei omstandigheden onzeker is, dan moet daar wel een flinke “upside”
aan zitten, anders is het voor mij als advocaat niet interessant. Een
commerciële gedachte wellicht, maar mijn secretaresse, kantoorhuur en
briefpapier moet ook gewoon worden betaald.

Wat vaak “vergeten” wordt, is dat je als advocaat bovendien niet altijd
volledig de uitkomst van een zaak kan beïnvloeden. Er spelen diverse
factoren mee die de uitkomst bepalen: de kwaliteit van de advocaat
natuurlijk, maar ook de feiten, de bewijzen die de cliënt heeft, en de
juridische werkelijkheid waarin die feiten moeten worden geplaatst.

Als een zaak niet “sterk” is, dan zal een advocaat die niet zo snel meer
aannemen op “no cure no pay” basis. Het risico om niet betaald te worden is
dan namelijk te groot. Terwijl de cliënt er misschien wel principieel in
staat en ondanks de risico’s op verlies toch een uitspraak van de rechter
wil. Hoe los je die gevallen dan op? Daar zal dan in de praktijk toch voor
betaald moeten worden.

En verder: hoe meet je het “resultaat” van een juridisch advies, of het
opstellen van een contract, of het doorvoeren van een reorganisatie.
Advocaten leveren ook veel werk dat geen (direct) financieel resultaat
heeft, maar daarom niet minder belangrijk is. Hoe verricht je die diensten
dan op “no cure no pay” basis? Het wordt er niet transparanter op. Voordat
je voor je cliënt aan de slag kan, moet er dan eerst een dik contract
opgesteld worden over de voorwaarden voor beloning?

Bezuinigingsagenda?

Ondanks de genoemde nadelen wil ik niet zeggen dat “no cure no pay” per
definitie verboden zou moeten blijven voor de advocatuur. Maar het is wel
van belang daar goed over na te denken en er bepaalde grenzen aan te stellen
om de nadelen in ieder geval te beperken.

De vraag rijst overigens waar deze discussie en ommezwaai van de regering
opeens vandaan komt. Zou het te maken hebben met de gewenste (en
noodzakelijke) bezuinigingen? Als advocaten no cure no pay gaan werken, zou
wellicht flink gekort kunnen worden op de gefinancierde rechtsbijstand. Geen
journalist (bij mijn weten) die deze vraag al aan de betreffende politici
heeft gesteld. Ik ben toch wel benieuwd of daar geen “verborgen agenda”
achter zit.

Sonia Beedie is advocaat bij Pellicaan advocaten en gespecialiseerd in arbeids- en ondernemingsrecht.

Download gratis documenten en rekentools op Z24Tools

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl