Mannen verdienen meestal meer dan vrouwen in de sport. Vanuit de vraag van consumenten is dat goed te verklaren, stelt hoogleraar sporteconomie Ruud Koning.

Op dinsdag 1 maart heeft het Europese hof gesproken: verzekeraars mogen geen
onderscheid maken tussen mannelijke en vrouwelijke klanten.

Vrouwen moeten tegen dezelfde kosten pensioen kunnen opbouwen als mannen – dat
is aantrekkelijk voor vrouwen, want zij leven gemiddeld genomen langer.
Prijsdiscriminatie op basis van geslacht is niet toegestaan.

Mannen krijgen meestal meer

Wat betekent dit voor de sport, als we deze redenering onverkort en
ongenuanceerd doortrekken? Eén van de mooiste hardloopevenementen van
Nederland is de 4 Mijl van Groningen. Deelnemers zetten midden in de nacht
de wekker om de inschrijving niet te missen, zo populair is het evenement.

Uiteraard kunnen de hardlopers geld verdienen, en hier blijkt een duidelijk
verschil tussen beloning van mannelijke atleten en vrouwelijke atleten: in
2004 kon de mannelijke winnaar 10 duizend euro tegemoet zien, de snelste
vrouw kreeg vijfduizend euro. Op dat moment nog geen gelijke behandeling van
mannen en vrouwen, zullen we maar zeggen.

Misschien is tennis één van de weinige sporten waar mannen en vrouwen wel
gelijk worden betaald, iets waar met name Billie Jean King jaren voor heeft
geijverd. De prijzentabel van Wimbledon heeft als titel Gentlemens’ and
Ladies’ Singles; geen onderscheid. Rafael Nadal en Serena Williams hebben
elk één miljoen pond kunnen bijschrijven na hun winst.

Criteria sportbeloning

Waarom zouden er in de professionele sport eigenlijk beloningsverschillen
zijn tussen mannen en vrouwen?

In zijn tekstboek Sports Economics, identificeert de Amerikaanse
sporteconoom Rodney Fort vier factoren die specifiek de vraag naar sport
bepalen: de atletische prestatie; de intensiteit van de competitie;
communaliteit (gemeenschappelijk bindmiddel, red) en winnen.

Consumenten zijn eerder bereid te betalen voor sport van hoog niveau, een
wedstrijd die spannend is, waarover ze ook nog met anderen kunnen praten, en
men ziet het liefst dat de eigen favoriet wint.

Op basis van deze eenvoudige criteria, zijn beloningsverschillen in de sport
goed te begrijpen. De meeste mannensporters gaan sneller, hoger, harder,
denk aan schaatsen, hardlopen, etcetera.

Daarnaast is de top in veel mannensporten breder dan in de meeste
vrouwensporten, niet voor niets is de Eredivisie Vrouwen met slechts zes
teams begonnen. Communaliteit (sport is gemeenschappelijke gespreksstof) en
winnen verschilt niet zo heel veel; iedereen hield van Ireen Wüst toen ze
wereldkampioen werd.

Gescheiden competities

Gelukkig is de sport iets anders dan een verzekeringspolis. Sportliefhebbers
krijgen juist een breder aanbod door gescheiden competities. Deelnemers
worden niet benadeeld door dit onderscheid.

Bovendien heeft de sport laten zien dat ze flexibel kan omgaan met grote
kwaliteitsverschillen: tafeltenisster Bettine Vriesekoop deed in Nederland
bij de mannen mee. Desalniettemin is de uitspraak van het Hof een
waarschuwing voor organisatoren van sportevenementen om beloning meer
expliciet aan waarneembare criteria te relateren, al was het al alleen om de
schijn van discriminatie tegen te gaan.

Als vrouwensport net zoveel belangstelling zou genereren als mannensport, en
van hetzelfde niveau zou zijn, is er weinig reden de winnaars verschillend
te belonen.

Ruud Koning is hoogleraar sporteconomie aan de Rijksuniversiteit Groningen

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl