• De Algemene Rekenkamer is in een rapport zeer kritisch over de gebrekkige verantwoording van een deel van de coronauitgaven van het kabinet.
  • Vooral bij het ministerie van Volksgezondheid, met Hugo de Jonge aan het hoofd, was de controle daarop zwaar onder de maat.
  • Maar ook minister van Financiën Wopke Hoekstra had meer moeten doen om te controleren of uitgaven van het kabinet rechtmatig waren.

Het ministerie van Volksgezondheid kan een fors deel van de uitgaven aan de coronapandemie in 2020 niet goed genoeg verantwoorden. Dat constateert de Algemene Rekenkamer, die controleert hoe het kabinet omgaat met publieksgeld.

Verantwoordelijk minister Hugo de Jonge, maar ook minister Wopke Hoekstra van Financiën krijgen een stevige tik op de vingers van de Rekenkamer.

In totaal is vorig jaar 5,1 miljard euro uitgegeven aan onder meer beschermingsmiddelen, beademingsapparatuur en testmateriaal. Het financieel beheer over die uitgaven “schoot ernstig tekort”. Zo ontbraken bijvoorbeeld ontvangstbewijzen voor rechtstreekse leveringen van goederen aan zorginstellingen.

Ook was onduidelijk of aantallen afgenomen coronatests op facturen die het ministerie betaalde wel klopten. Daar komt bij dat de Tweede Kamer niet op tijd werd geïnformeerd over belangrijke overeenkomsten waarbij grote financiële verplichtingen werden aangegaan.

Minister De Jonge wist volgens de Rekenkamer al in september 2020 dat het financiële beheer op zijn departement onder de maat was, maar hij greep pas begin dit jaar echt in.

Ook Hoekstra had volgens het college eerder in kunnen grijpen. Uiteindelijk deed hij dat wel, maar hij kon "forse fouten en onzekerheden" niet meer voorkomen. Ook was negen dagen uitstel nodig om de jaarrekening te kunnen vaststellen.

"Wij constateren dat het financieel beheer onder het vereiste niveau was en de organisatie niet tijdig is versterkt, wat wel nodig was om de grote uitdaging aan te kunnen die de coronapandemie met zich meebracht", schrijft de Rekenkamer. "Dit alles beoordelen wij als een ernstige onvolkomenheid. We wijzen erop dat het financieel beheer de nodige aandacht en acties van de minister en de leiding van het departement vereist, om te voorkomen dat deze tekortkomingen zich ook in 2021 en later voordoen."

De minister heeft de genoemde onvolkomenheden inmiddels onderkend en een verbeterplan ingediend. "Dit plan voorziet in forse investeringen in het financieel beheer", aldus de Rekenkamer, die aandringt op "een snelle start met de uitvoering van het plan".

'Hoekstra schoot tekort als schatkistbewaarder'

Volgens de Rekenkamer had Hoekstra meer moeten doen om te controleren of uitgaven van het kabinet rechtmatig waren. "Wij vinden dat de minister is tekortgeschoten in zijn rol als toezichthouder", schrijft de Rekenkamer. Het ging vooral mis bij de uitgave om ondernemers en werknemers te steunen in de coronacrisis.

De minister van Financiën moet instemmen met zo'n regeling voordat de ministerraad ermee akkoord gaat. "Dat is bij slechts 10 van regelingen gebeurd", schrijft de Rekenkamer.

Ook heeft Hoekstra "te weinig toegezien op de naleving van de regels rond nieuwe en bestaande fiscale regelingen. Zo zag hij niet altijd goed toe op de verplichting om zo'n belastingregeling te evalueren.

Maximaal 1 procent van zowel de rijksuitgaven als -verplichtingen mag van de Rekenkamer "fouten en onzekerheden inzake de rechtmatigheid" bevatten. Dat percentage is voor het eerst sinds 2008 aan allebei de kanten overschreden.

Van 1,5 procent van de uitgaven is de rechtmatigheid in het geding, een bedrag van 4,3 miljard. Van bijna 2,5 procent van de verplichtingen, uitgaven die het kabinet in de toekomst zal doen, is de rechtmatigheid onzeker. Daarmee is een bedrag van 9,1 miljard euro gemoeid.

De Rekenkamer noemt de compensatieregeling voor gedupeerden van het toeslagenschandaal als "opvallend voorbeeld" van een verplichting die niet rechtmatig tot stand is gekomen.

Het kabinet beloofde aan het einde van vorig jaar dat slachtoffers 30.000 euro kregen. "De staatssecretaris van Financiën stuurde hierover een brief naar de Tweede Kamer en communiceerde gelijktijdig via de sociale media", schrijft de Rekenkamer.

Omdat dit op deze manier ook al aan de slachtoffers was aangekondigd, werd de Kamer "voor een voldongen feit" gesteld. De verplichting bedroeg 457 miljoen euro.

Hoekstra: balans zal terugkeren na coronacrisis 

In een reactie zegt Hoekstra dat het gezien de omstandigheden onvermijdelijk was dat de controle op extra uitgaven tekortschoot. "2020 was een uitzonderlijk jaar waarin we als kabinet uitzonderlijke maatregelen hebben moeten nemen. Ik denk dat je dat wel in die context moet zien."

Hoekstra wijst erop dat het bij het overgrote deel van de uitgaven en verplichtingen wél volgens de regels is gegaan. De onrechtmatigheden die de Rekenkamer constateert zijn volgens hem "voor 60 à 70 procent" gerelateerd aan corona. "Dus die zullen we naar mijn stellige verwachting volgend jaar niet in deze mate terugzien". Wel erkent hij dat er "huiswerk" te doen is.

Hoekstra gaat ervan uit dat de balans dit jaar geleidelijk zal terugkeren "in onze samenleving, onze economie en onze financiële huishouding", zei hij woensdag bij het aanbieden van het financieel jaarverslag van de rijksoverheid aan de Tweede Kamer.

"We zullen met elkaar nog lang de gevolgen van de coronacrisis voelen", zegt Hoekstra. Onder meer winkels, terrassen en sportscholen zijn weliswaar weer open, maar "normaal is het natuurlijk nog lang niet". Wel stelt de minister vast dat de situatie langzaamaan weer wat gaat lijken op "hoe het begin vorig jaar was".

De crisis heeft een "enorme impact" gehad op de financiële huishouding van de rijksoverheid. Er werd vorig jaar bijna 28 miljard euro uitgegeven aan economische steunpakketten en aan getroffen bedrijven werd voor 13 miljard euro belastinguitstel verleend. Veel van die maatregelen zijn "nog steeds noodzakelijk", aldus Hoekstra.