Voorzitter Jerome Powell van de Amerikaanse centrale bank wil pas harder ingrijpen als uit de cijfers blijkt dat de Amerikaanse inflatie structureel oploopt.

Door de rente voorlopig laag te houden helpt Powell indirect de Amerikaanse regering van president Joe Biden met het financieren van duizenden miljarden aan extra overheidsuitgaven.

Toch blijft de vraag of dit voldoende is voor Powell om in 2022 een nieuwe termijn te krijgen als Fed-voorzitter, stelt valuta-expert Joost Derks van iBanFirst.

ANALYSE – Op het eerste gezicht is het niet eens zo’n slecht moment om je baan te verliezen in de Verenigde Staten. De Amerikaanse werkloosheid is gedaald tot minder dan 6 procent van de beroepsbevolking. In het voorjaar van 2020 was dat meer dan 15 procent.

Het sterke herstel op de arbeidsmarkt is voor een groot deel te danken aan het snelle handelen van Jerome Powel, voorzitter van het Amerikaanse stelsel van centrale banken. Tijdens de corona-uitbraak verlaagde hij de beleidsrente tot net iets boven het nulpunt.

Bovendien stelde de Amerikaanse centrale bank 2.300 miljard dollar beschikbaar voor banken om leningen te verstrekken aan Amerikaanse huishoudens. Ondanks die stevige maatregelen, is het nog niet helemaal zeker of Powell groen licht krijgt van de Amerikaanse president Joe Biden om in februari 2022 aan zijn tweede termijn te beginnen.

Afgelopen dinsdag gaf Powell voor het Amerikaanse Congres een toespraak die zijn kansen mogelijk weer een klein beetje hebben vergroot.

Powell remt opmars van de dollar

De belangrijkste boodschap tijdens zijn toespraak was dat Powell zich niet laat leiden door angst over een oplopende inflatie. Hij wil pas in actie komen als daadwerkelijk uit cijfers blijkt dat de inflatie structureel boven de officiële doelstelling van 2 procent uitkomt. Die aanpak klinkt president Biden waarschijnlijk als muziek in de oren.

De sterk oplopende Amerikaanse staatsschuld als gevolg van de coronasteunmaatregelen en investeringen in infrastructuur is veel makkelijker te financieren bij een lage rente. Op korte termijn heeft de toespraak van Powell in ieder geval even een einde gemaakt aan een snelle opmars van de dollar. Sinds eind mei was de munt met ruim 2 procent gestegen ten opzichte van de euro.

Hoe liggen de kaarten echt bij de Amerikaanse centrale bank?

Overigens was Powell zelf medeverantwoordelijk voor de recente stijging van de dollar. De munt reageerde namelijk scherp op de publicatie van de zogeheten dot plot. Die grafiek is een weergave van de verwachting van het Fed-bestuur voor het toekomstige renteverloop. De laatste tussenstand wees uit dat de renteverwachting in 2023 opeens een half procentpunt hoger staat.

Moeten valutahandelaren nu kijken naar de dot plot of luisteren naar Powell? De Fed-voorzitter kan moeilijk opeens een andere toon aanslaan zonder zijn geloofwaardigheid te verliezen. En het gaat nog weken duren voordat het verslag van de recente bijeenkomst van het beleidscomité van de Federal Reserve naar buiten komt, terwijl de volgende rentevergadering gepland staat voor eind juli.

Voorlopig zit de valutawereld dus in net zoveel onzekerheid over de richting van de dollar, als Powell over zijn baan.

De overeenkomst tussen Powell en Koeman

De positie van Powell lijkt een beetje op die van Ronald Koeman als bij Barcelona. Koeman werd
in augustus 2020 aangesteld als trainer van de Spaanse voetbalclub. Dat was een paar dagen na de pijnlijke 8-2 nederlaag tegen Bayern München. Bovendien liet vedette Lionel Messi doorschemeren graag te willen vertrekken.

Uiteindelijk lukte het Koeman om het team op de rails te krijgen. Barcelona deed tot de laatste dagen mee om het Spaanse kampioenschap. Toch leek de nieuwe voorzitter Joan Laporta erop aan te sturen om Koeman in de aanloop naar het nieuwe seizoen te vervangen.

Maar ondanks de aanvallen van Laporta staat Koeman aan de start van de zomer nog steeds op het veld bij Barcelona. Net zoals het ernaar uitziet dat Powell ook na 2021 de scepter blijft zwaaien bij de Fed.

Joost Derks is valutaspecialist bij iBanFirst. Hij heeft ruim twintig jaar ervaring in de valutawereld. Deze column geeft zijn persoonlijke mening weer en is niet bedoeld als professioneel (beleggings)advies.