Veel pensioenfondsen bouwen te weinig vermogen op om aan al hun uitkeringsverplichtingen te voldoen op de langere termijn. Grote boosdoener is de lage rente, die de opbrengst van vastrentende beleggingen relatief gering maakt in verhouding tot de toekomstige uitkeringen.

Maandag meldde het Financieele Dagblad dat er bij pensioenfonds ABP een substantiële verhoging van de pensioenpremie in het vat zit. ABP is het grootste pensioenfonds van Nederland en bedient de ambtenarij en het onderwijs. Het fonds had per 30 september dit jaar zo’n 381 miljard euro aan vermogen, tegenover 420 miljard euro aan toekomstige verplichtingen.

Het ABP heeft ruim een miljoen leden die als werknemer premie betalen. Daarnaast zijn er zo’n 940 duizend gewezen deelnemers – werknemers die voorheen aangesloten waren, maar door verandering van baan niet meer bij het ABP zitten – en 834 duizend pensioenontvangers. De verhoging van de pensioenpremie is vooral relevant voor werknemers die bij het ABP zijn aangesloten.

Volgens vakbond FNV Overheid is er geen alternatief voorhanden, zo bevestigde een woordvoerder maandag naar aanleiding van berichten in het FD tegenover persbureau ANP.

Het bestuur van ABP trok voor de zomer bij de sociale partners aan de bel. Daarbij is de partijen uitgelegd dat de huidige regeling, door enerzijds de lage rente en anderzijds de verwachte vermindering van het rendement, op de schop moet.

Volgens ABP resteren er dan drie mogelijkheden: of de premie gaat omhoog (dat voelen werknemers die nu pensioen opbouwen bij het ABP), of de pensioenopbouw wordt verlaagd (dit laatste voelen ook gewezen deelnemers die niet meer bij het ABP zitten, maar daar nog wel een pensioenpot hebben). De derde mogelijkheid is een combinatie van die twee.

Concrete bedragen worden nog niet genoemd maar het FD suggereert een stijging van de pensioenpremie met 2 procentpunt in 2017. Wat betekent dit voor deelnemers in harde euro's?

Hogere pensioenpremie

Het heffen van pensioenpremies gaat als volgt. Eerst wordt gekeken naar het brutosalaris van werknemers. Het ABP neemt daarvoor twaalf maandsalarissen mee, plus het vakantiegeld en vaste toelagen.

Vervolgens wordt een correctie aangebracht voor het feit dat je in de toekomst een AOW-uitkering van de staat krijgt. Bij het ABP is deze zogenoemde franchise 13 duizend euro. De franchise wordt in mindering gebracht op het berekende brutoloon. Wat overblijft, is de zogeheten pensioengrondslag.

Het premiepercentage wordt geheven over de pensioengrondslag. Bij het ABP betalen werkgevers 70 procent van de premie en werknemers 30 procent. De huidige pensioenpremie ligt op 18,8 procent.

Wat is nu concreet het effect als de pensioenpremie zou stijgen met 2 procentpunt naar 20,8 procent? Onderstaande tabel laat zien hoe je dat kunt berekenen.

hogere-pensioenpremie

In de tabel staan twee rekenvoorbeelden met een brutosalaris van respectievelijk 30 duizend euro en 60 duizend euro. Daar gaat de franchise vanaf en vervolgens wordt de pensioenpremie geheven over de pensioengrondslag: 30 procent van 18,8 procent voor de werknemer en 70 procent voor de werkgever.

Als je deze exercitie herhaalt bij een 2 procentpunt hogere premie, zie je wat dat uitmaakt op jaarbasis. De werknemer met een brutoloon van 30 duizend euro gaat ruim 100 euro meer pensioenpremie betalen per jaar; en die met het salaris van 60 duizend euro ruim 282 euro per jaar.

De discussie over de hogere premie staat overigens los van de dreigende verlaging van de pensioenuitkeringen - iets wat gepensioneerden direct zou treffen en later ook degenen die nu pensioen opbouwen.

Aan het einde van het jaar wordt aan de hand van de zogenoemde dekkingsgraad bepaald of pensioenen met ingang van volgend jaar daadwerkelijk moeten worden verlaagd. De dekkingsgraad geeft aan hoeveel vermogen er aanwezig is per euro aan verplichtingen; bij een percentage van minder dan 100 procent is er een tekort.

Bij ABP dreigt een mogelijke pensioenverlaging, gelet op de dekkingsgraad van 90,7 procent eind september.

LEES OOK: Ouderen moeten zwaarder belast worden, vindt club topambtenaren