Een lichtpuntje aan het pensioenfront.

Bijna 1,8 miljoen gepensioneerden en werknemers die zijn aangesloten bij een pensioenfonds kunnen dit jaar een bescheiden verhoging van hun pensioen tegemoet zien. Dat lijkt veel, maar is het niet.

Volgens De Nederlandsche Bank (DNB) is het aantal fondsen dat gedeeltelijk mag indexeren in 2017 gestegen. Het gaat hierbij om het waardevast houden van pensioenuitkeringen en de pensioenen in opbouw, door de waarde mee te laten stijgen met de lonen of de inflatie.

Het beeld is wel erg verdeeld: bij een kwart van alle fondsen voldoet de financiële positie nog niet aan het minimaal vereiste niveau. Omdat hier veel grote pensioenfondsen bij zitten, gaat het in aantallen deelnemers nog om veel meer mensen voor wie het pensioen ook in 2018 niet waardevast blijft, omdat er niet wordt gecompenseerd voor de stijgingen van lonen en de inflatie.

1,8 miljoen pensioenen deels waardevast

Maar eerst even het goede nieuws: in totaal 837.000 pensioengerechtigden en nog eens 927.000 werknemers mogen op basis van de zogeheten beleidsdekkingsgraad van hun fonds rekenen op verhoging van hun pensioen. Een jaar geleden ging het nog om 154.000 pensioengerechtigden en 430.000 actieve deelnemers. Anders gezegd: het aantal mensen dat in 2018 uitzicht heeft op indexatie is gestegen met 1,1 miljoen

Maar 54 fondsen, met 3,5 miljoen actieve en 1,9 miljoen pensioengerechtigde deelnemers, voldoen nog niet aan de minimale criteria om uitkeringen en pensioenen in opbouw waardevast te houden. Anders gezegd: ongeveer 5,5 miljoen mensen zien ook in 2018 de reële waarde van hun pensioen dalen.

Voor de desbetreffende fondsen is de kans dat er ergens komende jaren zelfs gekort moet gaan worden op de beloofde pensioenaanspraken nog altijd aanwezig.

Toezichthouder DNB kijkt naar de zogenoemde beleidsdekkingsgraad: en graadmeter die aangeeft in hoeverre een fonds aan zijn verplichtingen kan voldoen. Voor het verhogen van de pensioenen moet die boven de 110 procent liggen. Gemiddeld ligt de graadmeter nu echter op 106,5 procent.

Pensioenen al jaren niet waardevast

Het probleem van de achterblijvende indexatie speelt al jaren. Hierdoor is het lastig voor pensioenfondsen om de zogenoemde ‘reële waarde’ van pensioenen constant te houden.

Bij een regulier pensioen is de bedoeling dat de combinatie van de AOW-uitkeringen en de uitkering van het pensioenfonds zo’n 70 procent van het gemiddelde loon bedraagt. Maar het maakt veel verschil of je hierbij wel of niet rekening houdt met het effect van de inflatie op de koopkracht van het pensioen.

Business Insider meldde in 2015 al dat de pensioencrisis die sinds 2008 speelt over een groot affect heeft op de koopkracht van pensioenen. “Het totale koopkrachtverlies op aanvullende pensioenen over de 15-jarige periode van 2008 tot en met 2023 bedraagt daarom naar verwachting zo’n 22 procent, een combinatie van 12 procent opgelopen koopkrachtverlies en 10 procent nog te verwachten koopkrachtverlies”, aldus pensioenspecialist David van Ek van Mercer.

LEES OOK: Op 1 januari 2018 gaat de pensioenleeftijd naar 68 jaar: dit kost het als je eerder wil stoppen