De overheid treedt terug als financier van wetenschappelijk onderzoek en
onderwijs. Universiteiten die de kwaliteit van hun onderzoek en onderzoek
willen handhaven, moeten zich dus wel tot andere geldschieters wenden. In
het buitenland is het heel normaal dat bedrijven en universiteiten elkaar
opzoeken. Op Harvard gebeurt dit ook.

Het betrekken van de buitenwereld bij onderzoek geeft universiteiten
bovendien de mogelijkheid bevindingen te toetsen. Met huiskamergeleerden
alleen kom je er niet. Het is namelijk wel zo handig als de wetenschap zich
richt op zaken die maatschappelijk nut hebben.

Over de onafhankelijkheid van hoogleraren kun je vervolgens afspraken maken.
Je kunt het copyright op onderzoeksrapporten in eigen hand houden en
afspreken dat de bedrijven die onderzoek financieren als het onderzoek
eenmaal gereed is, geen zeggenschap hebben bij publicatie.

Over de competentie van hoogleraren zelf hoeven we ons overigens geen
zorgen te maken, zeggen de universiteiten. Niet iedereen met een
basisschoolopleiding en één dansles kan zomaar hoogleraar kan worden. Bij
een aanstellingsprocedure voor een post als bijzonder hoogleraar gelden
dezelfde selectiecriteria als bij een gewone hoogleraar. Ook wordt het
vakgebied samen met de universiteit bepaald. De universiteit moet dus ook
iets in een onderwerp zien. Daar komt bij dat een bijzondere leerstoel in
eerste instantie voor een beperkte duur wordt ingesteld.

Maar hoe werkt de praktijk? Wie durft onderzoeksresultaten naar buiten te
brengen die ongunstig zijn voor zijn werkgever? En wat ga je überhaupt
onderzoeken? Liever iets waar je werkgever ook iets aan heeft en wel op
korte termijn. Een hoogleraar in dienst van Unilever zal echt iets anders
onderzoeken dan eentje in dienst van Shell. Moet een hoogleraar wel op die
manier werken?

En houden universiteiten wel genoeg rekening met mogelijke dubbele
agenda’s van bedrijven? Wat als DSM al het talent van de universiteiten
wegkaapt omdat dit bedrijf precies weet wie het moet hebben. De bijzonder
hoogleraar weet dat immers. Wat als Akzo Nobel hier achter komt en de
bedrijven tegen elkaar op gaan bieden?

Veel instelllingen gebruiken de bijzonder hoogleraar bovendien als
uithangbord. Kijk ons eens investeren in de kenniseconomie. Mooi meegenomen
is dat je op elk congres een hoogleraar hebt die het woord kan voeren. Een
hoogleraarstitel straalt gezag uit.

Daar komt bij dat media je medewerker om zijn visie vragen, wat wil je
nog meer? Ook bijzonder hoogleraren worden over het algemeen als
onafhankelijk gezien. Je zoekt als journalist vaak een deskundige op een
bepaald vakgebied. Als bij het telefoonnnummer van de hoogleraar op de site
van de universiteit niet wordt vermeld dat hij in dienst is bij bedrijf x,
weet je dat niet altijd. Terwijl je toch wil weten of je met je vraag over
bijvoorbeeld de Opec, met een werkelijk onafhankelijk hoogleraar te maken
hebt of niet.

Wat natuurlijk helemaal kwalijk is, is dat bijzonder hoogleraren op
individueel niveau er vaak geen geheim van maken door wie zij betaald
worden, maar dat niemand een compleet overzicht heeft van wie er door welk
bedrijf worden betaald. Of door welke stichting en wie daar eigenlijk achter
zitten. Universiteiten moeten deze informatie paraat hebben. Ook moet
landelijk duidelijk zijn welke clubs waar een vinger in de pap hebben en of
dit langzaamaan geen te grote hand is geworden. Dat dit niet zo is op zijn
zacht gezegd vreemd.

Al met al behoorlijk dubieus. Kunnen experts in dienst van bedrijven
niet gewoon als gastdocent of gastonderzoeker langs de universiteiten
trekken? Een hoogleraar moet ten alle tijden onafhankelijk zijn.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl