In het hoger beroep van voormalig Rochdale-topman Hubert Möllenkamp heeft het Openbaar Ministerie (OM) donderdag opnieuw drie jaar cel tegen hem geëist. De advocaat-generaal houdt hem verantwoordelijk voor onder meer verduistering, oplichting, omkoping, belastingfraude en meineed, bleek bij het gerechtshof in Amsterdam.

De 67-jarige Möllenkamp, die als bestuursvoorzitter werkte bij woningcorporatie Rochdale, nam volgens het OM honderdduizenden euro’s aan steekpenningen aan en fraudeerde voor ongeveer een miljoen euro met de belasting.

“De feiten hebben zich afgespeeld in een periode van tien jaar. Het escaleerde in de loop der jaren, bedragen werden groter en het aantal incidenten nam toe. Hij gleed met grote snelheid af van het door hem gecreëerde hellend vlak.”

Luxe leventje

Het OM schetste eerder een beeld van Möllenkamp als een man die een luxe leven wilde leiden en graag gezien wilde worden. Daarbij verwijst de aanklager naar de Maserati waarin hij rondreed. “Deze auto speelt weliswaar geen rol in de strafzaak maar is wel illustratief voor de persoon Möllenkamp.”

De Maserati is inmiddels bijna symbolisch geworden voor wat er misging bij woningcorporaties door eigenzinnige en al te groots denkende corporatiebazen.

Rochdale ontsloeg Möllenkamp in 2009 omdat hij zich met allerlei gesjoemel zou hebben verrijkt. Hij zou zichzelf onder meer te veel pensioengeld hebben toegekend, onterecht gedeclareerde bedragen hebben ontvangen en financiële gunsten en diensten hebben gekregen van zakelijke relaties zonder aanwijsbare tegenprestaties.

Zelf heeft hij altijd ontkend dat hij steekpenningen heeft aangenomen. Hij noemde het achteraf gezien "verkeerd" en "onhandig" dat hij giften aannam van zakelijke relaties, zo zei hij eerder tegen het gerechtshof. Dat ontkennen deed hij ook tegen de parlementaire enquêtecommissie Woningcorporaties in 2014. Het OM vervolgt hem daarom ook voor meineed.

Hoger beroep

Möllenkamp werd in 2015 door de rechtbank veroordeeld tot 2,5 jaar cel. De rechtbank achtte bewezen dat hij zich heeft laten omkopen voor in totaal meer dan 2 miljoen euro. Hij heeft zich ook schuldig gemaakt aan witwassen, oplichting, het doen van valse belastingaangifte, valsheid in geschrifte en meineed.

Zowel hij als het OM ging in hoger beroep.

Het hoger beroep, dat meerdere dagen duurt, ging onder meer over de vraag of het OM informatie over de strafrechtelijke vervolging van Möllenkamp heeft gedeeld met de commissie. Die vroeg de oud-topman naar het aannemen van steekpenningen. De advocaat-generaal benadrukte dat het OM geen inspraak heeft gehad op de vragen van de commissie. Dat zou namelijk kunnen leiden tot niet-ontvankelijkheid van het OM.