Vanaf 1 juli volgend jaar gaat het ontslagrecht op de schop. Maar wordt het ook echt makkelijker voor werkgevers om werknemers te ontslaan?

De Eerste Kamer heeft dinsdag met ruime meerderheid ingestemd met een wetsvoorstel van minister Lodewijk Asscher van Sociale Zaken.

Het wetsvoorstel houdt in dat de procedure om iemand te ontslaan eenduidiger wordt. Nu zijn er twee procedures: een via uitkeringsinstantie UWV, en een via de kantonrechter. Die laatste mogelijkheid verdwijnt. Procedures zullen daardoor het kabinet hoopt minder tijd en geld kosten. Maar de ontslagbescherming wordt door de wet niet aangetast.

Eén route ontslagrecht, kortere WW

Ook de WW gaat door de wet op de schop: vanaf 1 januari 2016 wordt de door de overheid betaalde uitkering teruggebracht van maximaal 38 naar 24 maanden. In cao’s kunnen sociale partners daarvan afwijken. Verder bevat het wetsvoorstel maatregelen om de positie van flexwerkers te versterken.

Minister Asscher is blij met de brede steun voor zijn ingrijpende wet. VVD, PvdA, D66, ChristenUnie, SGP, CDA, en GroenLinks stemden dinsdag voor.

Maximale ontslagvergoeding: 75 duizend euro

In de aanloop naar de wijziging van het ontslagrecht moest minister Asscher wel de nodige aanpasingen doen. Zo mogen bedrijven met minder dan 25 werknemers tot 2020 een lagere ontslagvergoeding betalen als zij gedwongen zijn personeel de laan uit te sturen.

De minister wil dat uiteindelijk voor alle bedrijven dezelfde ontslagprocedure gaat gelden. Ze moeten daardoor ook allemaal een ontslagvergoeding betalen. Kleine bedrijven kunnen die nu nog vaak ontlopen.

De ontslagvergoeding wordt straks beperkt tot maximaal 75.000 euro. Grote ondernemingen zijn dan goedkoper uit. Zij zijn op dit moment soms tonnen kwijt aan een gouden handdruk.

Maar voor kleine bedrijven kan het bedrag van 75.000 euro een probleem vormen, vreesden onder meer VVD, PvdA en ChristenUnie. Asscher deelde die vrees niet, maar verzette zich niet tegen de overgangstermijn tot 2020 die deze partijen voorstelden.

Flexwerkers: na twee jaar vast contract

De minister toonde zich ook bereid tot enig uitstel van zijn plan om de positie van flexwerkers te verbeteren door ze al na twee jaar recht op een vast contract te geven. Nu ontstaat dat recht pas na drie jaar.

Veel Kamerfracties waren bang dat de maatregel averechts zal werken, gezien de economische crisis. Zij voorzagen dat bedrijven jongeren nog sneller zullen ontslaan, om te voorkomen dat ze ze na 2 jaar in vaste dienst moeten nemen. Asscher dacht dat dat wel mee zal vallen, maar maakte geen halszaak van uitstel van de maatregel tot 1 juli 2015.

De plannen van Asscher om het ontslagrecht te hervormen en flexwerkers meer zekerheid te bieden, zijn een uitwerking van het sociaal akkoord dat het kabinet vorig jaar met werkgevers en vakbonden heeft gesloten.

Lees ook

Sterkere tweedeling arbeidsmarkt: oud heeft vaste baan, jong doet flexwerk

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl