Een briljant idee voor een bedrijf? Maak een ondernemingsplan vóór je de boer
opgaat voor geld. Dat geldt ongeacht je idee of je financieringsbehoefte: of
je nu een schoonheidssalon op ecologische basis start of een nieuwe
webwinkel.

Voor wie maak je een ondernemingsplan?
Dat is de eerste vraag die je je moet stellen. Eén antwoord is een cliché,
maar niet minder waar: een ondernemingsplan maak je voor jezelf. Het dwingt
je om concreet aan te geven waar je nieuwe bedrijf om draait. En in welk
opzicht je je onderscheidt van de concurrentie. En hoe je geld gaat
verdienen.
Banken en investeerders kijken niet zelden vooral naar de eerste én de
laatste pagina’s van een ondernemingsplan. Met andere woorden: het idee
waarmee het begint, en de financiële paragrafen op het eind.

Hoe maak je een ondernemingsplan?
Vóór je schrijft, moet je uiteraard onderzoek doen en informatie vergaren: uit
openbare bronnen, gesprekken, observaties etcetera. Pas dan ga je het
eigenlijke ondernemingsplan optikken.

Bij de Kamer van Koophandel en speciale sites kun je blauwdrukken van
ondernemingsplannen downloaden. Zo’n voorbeeld kan helpen als checklist voor
inhoud en opbouw.

Maar je kunt ook bouwen op de ervaringen van andere ondernemers, die weten hoe
financiers een plan lezen. Zij zeggen al gauw het volgende: de belangrijkste
vraag die je direct moet beantwoorden, aan het begin van het
ondernemingsplan: welk probleem los ik op?

Met andere woorden: waarom maakt mijn nieuwe produkt of dienst het leven van
mijn klanten makkelijker of goedkoper? Of voorziet het in een latente
behoefte, een vraag waarvan we nog niet wisten dat-ie bestond? (SMS-jes zijn
een bekend voorbeeld: niemand voorzag dat het een grote markt zou worden).

Start je ondernemingsplan met een 'elevator pitch': een zeer beknopte
omschrijving van je plan, die je bij wijze van spreken kunt vertellen
tijdens een reisje met de lift naar een hoge verdieping. (Je weet immers
maar nooit wie in een lift tegenkomt).

Je idee moet je in enkele alinea's kunnen samenvatten. Net zoals de
omschrijving van jezelf als ondernemer: waarom ben juist jij de geschikte
figuur om het idee om te zetten in een succesvol bedrijf. "Eerst de
vent, dan de tent", luidt een bekende 'wijsheid': investeerders kijken
zeer goed naar de persoon achter het idee.

Daarna volgen inhet ondernemingsplan dan wel de gebruikelijke hoofdstukken
over de markt, de concurrentie, je sterktes en zwaktes (SWOT-analyse) je
veroveringsstrategie en je rechtsvorm. Besteed veel aandacht aan personeel:
vaak een bottleneck bij starters: hoe krijg je het personeel dat je nodig
hebt en hoe houd je ze vast?

Benoem ook de risico's: ben je van het weer afhankelijk of is het vinden van
het juiste winkelpand een issue. Of toch de kans dat die veel grotere
concurrent je overvleugelt?

Je ondernemingsplan eindigt veelal met de financiële paragrafen: de bekende
spreadsheets met opgaande lijntjes voor omzet en winst. Cashflow-staatjes
zijn daarbij misschien nog wel het belangrijkst.

Is je ondernemingsplan conservatief of optimistisch?
Moeilijke vraag. Een onderneming zonder rooskleurige toekomst wil niemand
ondersteunen. Al te fraaie cijfers wekken argwaan - een reden waarom
internetbedrijven soms moeite hebben bij gevestigde financiers: de
duizelingwekkende groeicijfers komen onrealistisch voor.

Sommige investeerders hanteren een vuistregel: verhoog de kosten uit een
ondernemingsplan met 25 procent en verlaag de omzetverwachtingen met 25
procent en kijk dan eens hoeveel cash een starter nodig heeft.

Een deel van dit probleem kun je tackelen door uit te gaan van drie
scenario's: conservatief, neutraal en optimistisch. Bedenk dat het gesprek
met investeerders vooral over het conservatieve scenario zal gaan.

Hoe heilig is een ondernemingsplan?
Een ondernemingsplan is belangrijk maar moet je niet in marmer gieten. Lees
het er maar op na in een recent boek over succesvolle Amerikaanse bedrijven
(Founders at work van Jessica Livingston). Juist de bedrijven die hun
originele idee verlieten, bleken het te redden. Ze pasten hun
ondernemingsplan aan aan markten en concurrenten.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl