• De gesprekken over de nieuwe handelsrelatie tussen de EU en het VK gaan maandag van start.
  • De EU stelt als voorwaarde voor een handelsdeal zonder tariefmuren dat de Britten zich blijven houden Europese standaarden.
  • De Britse regering heeft aangegeven niet gebonden te willen zijn aan Europese standaarden.
  • Als er in juni geen duidelijke toenadering is, kan er na de transitieperiode eind dit jaar een no deal-Brexit komen.

Onderhandelaars van de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk beginnen maandagmiddag in Brussel met de eerste gespreksronde over de toekomstige relatie. De eerste week van onderhandelingen wordt donderdag afgesloten met een persconferentie.

Later in maart volgt een tweede sessie in Londen. Afwisselend in beide steden staan in april twee rondes gepland en in mei een.

Beide partijen stelden vorige week hun inzet vast. De opdrachten die EU-onderhandelaar Michel Barnier en zijn Britse evenknie David Frost kregen, tonen aan dat het niet eenvoudig zal zijn om overeenstemming te bereiken. Ze ontmoeten elkaar maandag om 14.00 uur in het gebouw van de Europese Commissie

Hun taak is niet alleen over de handelsrelatie een akkoord te bereiken. De in totaal elf onderhandelingsgroepen moeten ook overeenstemming opleveren over zaken als visserij, justitiesamenwerking, energie, mobiliteit, diensten en geschillenbeslechting.

De EU wil “solide garanties” dat de Britten niet te veel afwijken van Europese standaarden op het vlak van gezondheid, milieu, arbeid, staatssteun en mededinging, zodat geen oneerlijke concurrentie ontstaat. Brussel wil ook dat afspraken over visserij in een handelsakkoord worden opgenomen. Londen stelt volledige controle over de eigen wetten en regels te willen houden en wil een apart verdrag over visserij. Ook over tal van andere punten verschilt de inzet.

In juni meer duidelijk over risico van no deal-Brexit

De Britten verlieten de EU op 1 februari, maar zijn gedurende een overgangsperiode nog tot 1 januari gebonden aan EU-regelgeving.

In juni wordt bekeken hoe de onderhandelingen vorderen. Als een overeenkomst dan niet in zicht is, dreigt de regering van premier Boris Johnson zich uitsluitend te richten op een no-dealscenario. Ook de EU-landen bereiden zich daarop voor.

Het Verenigd Koninkrijk riskeert een daling van 14 procent van zijn exporten naar de Europese Unie als het voor het einde van dit jaar geen nieuw handelsverdrag sluit met de EU, becijferden ven economen van de UNCTAD afgelopen week.

Exporten van het VK naar de EU kunnen dalen met 32 miljard dollar (29,4 miljard euro) als gevolg van de herinvoering van importheffingen en non-tarifaire handelsbelemmeringen als regelgeving, schrijven de samenstellers. Bijna de helft van alle Britse exporten (46 procent) is bestemd voor EU-landen.

In het geval van een zogeheten no deal-Brexit zonder nieuw handelsverdrag aan het einde van de overgangsperiode, die per 31 december van dit jaar afloopt, zullen importheffingen leiden tot een daling van exporten van 5 tot 7 procent, ofwel 11,4 tot 16 miljard dollar, stellen de economen van UNCTAD.

LEES OOK: Recordaantal van 78 bedrijven verhuisde in 2019 naar Nederland vanwege de Brexit – nog eens 400 ondernemingen overwegen hetzelfde