Zo’n 9.500 woningen zijn vorig jaar erbij gekomen door het ombouwen van gebouwen als winkels, kantoren en fabriekspanden. Daarmee lag het aantal zogeheten woningtransformaties op het laagste niveau in zeven jaar tijd.

Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) vrijdag op basis van nieuw onderzoek. In 2018 en 2019 leverden woningtransformaties jaarlijks nog meer dan 12.000 woningen op.

Het aantal woningen dat in 2021 uit het ombouwen van bestaande panden is ontstaan, vormde 10 procent van de in totaal opgeleverde woningen. Er kwamen vooral veel nieuwe huizen bij door het ombouwen van kantoorpanden (42 procent van de transformaties), winkels (15 procent) en maatschappelijk vastgoed zoals scholen en ziekenhuizen (14 procent). In de meeste gevallen werd overigens alleen een deel van een pand omgebouwd tot woonhuis.

Amsterdam aan kop met transformatiewoningen

In Amsterdam werden in 2021 de meeste woningen uit transformaties opgeleverd: 1.155. Daarna volgen Groningen, Rotterdam en Den Haag.

Relatief gezien, dus afgezet tegen het totale aantal woningen in een gemeente, kwamen er in Schiedam, het Zeeuwse Sluis, Vaals in Zuid-Limburg en de Utrechtse buurgemeente Nieuwegein de meeste woningen bij door het ombouwen van panden.

Nieuwbouw blijft volgens het statistiekbureau nog altijd de belangrijkste factor voor groei van de woningvoorraad. Alleen al in 2021 werden 71.000 nieuwbouwhuizen opgeleverd.

Sinds 2015, toen het CBS begon met het bijhouden van cijfers over woningtransformaties, zijn in totaal zo'n 75.000 panden omgebouwd tot woonhuis. Om aan de woningvraag te kunnen voldoen, wil het kabinet tot en met 2030 ruim 900.000 woningen realiseren.

LEES OOK: 3 lichtpuntjes op de krappe markt voor nieuwbouw en 4 knelpunten