Nederland is afgelopen jaar nauwelijks opgeschoten met het vergroten van het aandeel van duurzame energie in de totale energiemix. Een nieuw kabinet zal nog hard moeten werken om de doelstellingen voor 2020 te halen.

Dinsdag publiceerde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) de cijfers voor het aandeel van hernieuwbare energie in het totale energieverbruik van 2016. Dat is uitgekomen op 5,9 procent, slechts 0,1 procentpunt meer dan een jaar eerder.

Voor 2020 mikt Nederland op een aandeel van 14 procent van hernieuwbare energie in het totale verbruik.

Biomassa heeft verreweg het grootste aandeel bij de hernieuwbare bronnen, gevolgd door wind, zon en aardwarmte.

De sprong van 5,9 procent duurzame energie naar 14 procent in vier jaar tijd is fors. In 2015 waarschuwde de Algemene Rekenkamer dat de doelstelling niet realistisch is, als er niet forse extra investeringen zouden worden gedaan in met name windparken op zee.

In december 2016 stelde minister Henk Kamp van Economische Zaken dat het doel voor 2020 nog steeds haalbaar is. Dit zou onder meer komen doordat het streven om voor 6000 MW aan nieuwe windparken te plaatsen binnen vier jaar gehaald zou worden.

Hoe dan ook: het volgende kabinet zal worden afgerekend op het al dan niet halen van de energiedoelstellingen.

LEES OOK 'De huizen van 340 duizend Nederlanders staan nog steeds onder water'