Voormalig vastgoedtycoon Rudy Stroink en zijn vrouw ontkennen ‘stellig’ dat ze een voormalig Google-topman 1,7 miljoen euro aan smeergeld hebben betaald om er voor te zorgen dat Google een datacenter van TCN, een bedrijf van Stroink. in De Eemshaven, zou huren of kopen.
Dat lieten de twee maandagmiddag bij monde van hun advocaten weten in een regiezitting bij de rechtbank in Almelo. Justitie verdenkt Stroink en zijn vrouw van witwassen, omkoping en het verhullen hiervan door middel van valse facturen.
Volgens advocaat Willem Koops van S. heeft justitie zich laten misleiden door een voormalige Google-topman. Deze man, die in de VS wordt vervolgd wegens het aannemen van steekpenningen, zou met zijn verklaringen zoveel mogelijk schuld bij Stroink willen neerleggen.
Google-directeur
Het Financieele Dagblad meldde donderdag op basis van eigen onderzoek dat Stroink door het Openbaar Ministerie is gedagvaard, omdat hij via zijn bedrijf TCN tussen 2008 en 2010 betalingen zou hebben gedaan aan Simon Tusha. Deze Google-directeur onderhandelde over de locatiekeuze van datacentra.
Tusha blijkt volgens het FD eerder dit jaar ook voor de Amerikaanse rechtbank te hebben gestaan. In de procesdocumenten duiken ook vermeende steekpenningen op die hij van TCN zou hebben gekregen. De constructie liep via tussenpersonen en nepbedrijven op de Britse Maagdeneilanden.
De Google-directeur zou volgens de Amerikaanse stukken ook 1,5 miljoen dollar hebben ontvangen voor het toekennen van een datacentrum in het Verenigd Koninkrijk. Hij kan tot vijf jaar cel krijgen in de VS.
Datacentrum Eemshaven
Wat betreft de casus Eemshaven meldde vastgoedontwikkelaar Stroink afgelopen week al tegenover het FD dat hij niet betrokken is bij "concrete zaken" in Nederland.
Aanvankelijk leek het erop of de fraude betrekking zou hebben op een nieuw datacentrum van Google in Eemshaven dat op 6 december aanstaande wordt geopend. Maar Google meldde donderdagmiddag tegenover het FD dat de 'onregelmatigheden' te maken hebben met een ouder datacentrum in Eemshaven en niet met het nieuwe datacentrum.
