Goed, de eerste drie maanden van dit jaar kenden twee extra werkdagen. Maar toch: de Nederlandse economie is booming!

In de eerste drie maanden van dit jaar kwam de groei uit op 3,4 procent in vergelijking met een jaar eerder, blijkt uit cijfers die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) dinsdag publiceerde. Daarmee kwam de groei uit op het hoogste niveau sinds 2008.

Met daarbij dus de aantekening van de twee extra werkdagen. Daarvoor gecorrigeerd bedroeg de economische groei op jaarbasis 2,8 procent.

In de maanden januari, februari en maart groeide de economie met 0,4 procent ten opzichte van de laatste drie maanden van 2016. Het bruto binnenlands product (bbp) neemt daardoor nu al twaalf kwartalen op rij toe.

Huizenmarkt en export dragen groei

Vooral investeringen in met name woningen en vervoersmiddelen droegen in de eerste maanden van het jaar bij aan de stijging. Ook de uitvoer van diensten en goederen zat in de lift. Zo werden er meer chemische producten en transportmiddelen geëxporteerd.

Verder werd door consumenten meer geld uitgegeven. Vooral kleding en elektrische apparaten vonden gretig aftrek. Aan eten, drank en tabak werd minder geld besteed, al werd er wel vaker buiten de deur gegeten of een kroeg bezocht. Verder viel de gasrekening van consumenten door de bank genomen lager uit.

Volgens het CBS hebben ook bedrijven weer meer vertrouwen in de economie. Het producentenvertrouwen steeg naar het hoogste niveau in negen jaar. Vooral bouwbedrijven hebben de wind mee, geholpen door de vraag naar woningen. Verder wisten uitzendbedrijven te profiteren van de verdere opleving van de economie.

Het begin van het jaar was voor de industrie het sterkste kwartaal sinds het eerste kwartaal van 2011. Alleen bij de winning van delfstoffen was sprake van krimp.

13 duizend vacatures erbij

De Nederlandse arbeidsmarkt is in de eerste maanden van het jaar ook sterk verbeterd. Het aantal vacatures steeg volgens cijfers van het CBS met 13.000, de sterkste stijging op kwartaalbasis in ruim tien jaar.

Verder groeide het aantal banen met 56.000, wat door het statistiekbureau als ,,fors" werd bestempeld. Het aantal werklozen daalde met 23.000. Daarmee daalde het werkloosheidspercentage van 5,5 naar 5,2 procent.

De groei van het aantal banen deed zich volgens het CBS voor in alle bedrijfstakken. Bij de groei van banen wist alleen de financiële dienstverlening als sector niet te profiteren. De grootste banengroei deed zich voor in de uitzendbranche. Ook in de sectoren handel, vervoer en horeca trok de werkgelegenheid fors aan.

In het eerste kwartaal waren er gemiddeld 10,1 miljoen banen. Daarbij zijn alle voltijds- en deeltijdsbanen meegeteld van werknemers en zelfstandigen. Sinds het eerste kwartaal van 2014 toen het herstel inzette, zijn er in totaal 359.000 banen bijgekomen. Het aantal banen voor mensen in loondienst steeg tot ruim 8 miljoen, het hoogste niveau ooit.

Werknemers en zelfstandigen werken volgens het statistiekbureau gemiddeld 28 uur per week, na aftrek van vakantie en ziekte.