Ook in de zorg blijken economische wetmatigheden te gelden. Begin twintigste eeuw bedacht de Italiaanse econoom Vilfredo Pareto het 20-80 principe, met als voorbeeld dat 20 procent van de bevolking 80 procent van de rijkdom bezat.
Sindsdien is het Pareto-principe op tal van terreinen opgedoken. En nu dus ook in de Nederlandse zorg. Van alle zorgkosten in Nederland komt het overgrote deel (80 procent) voor rekening van gemiddeld 17 procent van de mensen met een zorgverzekering. Dat blijkt uit cijfers van Vektis Intelligence, dat gegevens over zorgkosten verzamelt en analyseert.
De percentages verschillen per gemeente. Op Ameland maakte nog geen 14 procent van de verzekerden 80 procent van de kosten, in Roerdalen (Limburg) ligt dat veel hoger op ruim 20 procent.
De grote steden ontlopen elkaar niet veel, maar in Den Haag is het percentage het hoogst (17,6) en in Amsterdam het laagst (15,8).
Grote verschillen in declaraties
Van de zorgkosten komt 8 procent voor rekening van kinderen en jongeren tot 18 jaar, 44 procent heeft betrekking op mensen van 18 tot 65 jaar en 48 procent betreft ouderen. Van wijkverpleging en zorg in een instelling wordt vooral door 65-plussers gebruikgemaakt.
Gemiddeld dienden premiebetalers voor 2.406 euro aan rekeningen in. Maar ook de gedeclareerde bedragen lopen per gemeente nogal uiteen. In Urk werd in 2016 het minst gedeclareerd: gemiddeld 1.788 euro per verzekerde. De hoogste rekeningen kregen de zorgverzekeraars van premiebetalers in krimpgebieden als Noordoost-Groningen, Zeeuws-Vlaanderen en Zuid-Limburg, met Heerlen als uitschieter (3.292 euro).
"In krimpgemeenten trekken de jongeren en inwoners met een hogere sociaal-economische status weg", zegt Dirk Ruwaard, hoogleraar public health and health care innovation aan de universiteit van Maastricht, tegen Trouw. "Wie achter blijft, is vaak ouder en/of heeft een lagere sociaaleconomische status. Ouderen hebben meer zorg nodig en van sociaaleconomisch zwakkeren weten we dat zij een slechtere gezondheid hebben."
Ongezonde levensstijl
Trouw haalt ook cijfers van het Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten (King) aan, waaruit blijkt dat gemeenten met hoge zorgkosten laag scoren op bijvoorbeeld werkgelegenheid en opleidingsniveau. In die gemeenten blijken inwoners minder te bewegen, hebben ze vaker last van overgewicht en is de laaggeletterdheid hoger.
Ruwaard begrijpt dat daardoor een solidariteitsdiscussie kan oplaaien ('wie ziek wordt door een ongezonde levensstijl, moet zelf maar voor de zorgkosten opdraaien'), maar wijst erop dat niet alles wat mensen treft ook iemands schuld is. "Niet iedereen is mentaal even weerbaar. Daarnaast is er een opvoedkundige kant. Als kinderen groot worden in een omgeving waar ouders ongezond leven, nemen ze dat mee."