Nederland wordt op het gebied van winstbelastingen geen prijsvechter in Europa, stelt staatssecretaris Wiebes van Financiën.

Nederland zal de winstbelasting voor bedrijven niet naar nul verlagen, zo verzekerde staatssecretaris Eric Wiebes van Financiën donderdag.

Hij reageerde op zorgen in de Tweede Kamer over het prille plan van Groot-Brittannië om de Britse vennootschapsbelasting flink te verlagen. De Britse regering wil daarmee het land aantrekkelijk houden voor bedrijven, met het oog op het vertrek van de Britten uit de Europese Unie.

“Ieder land kiest zijn eigen tarief”, benadrukte Wiebes. “Wie bij een discounter winkelt is vooral geïnteresseerd in de prijs.” Volgens hem zijn bedrijven die belangstelling tonen voor Nederland in meer geïnteresseerd dan alleen de prijs. Het gaat dan ook om bijvoorbeeld het opleidingsniveau, de veiligheid, de schone lucht en de prettige steden hier, aldus de staatssecretaris.

Vestigingsconcurrentie bestaat, erkende Wiebes. Maar tarieven zijn niet het enige. “Nederland wil over het geheel genomen een aantrekkelijk vestigingsland zijn.”

De Britse minister van Financiën George Osborne kondigde eerder deze week aan dat de winstbelasting voor bedrijven moet dalen van 20 naar 15 procent in 2020. Er lag al een plan voor een verlaging naar 17 procent in 2020.

De aankondiging van Osborne staat overigens in schril contrast tot zijn uitspraken voorafgaande aan het EU-referendum, toen de Britse minister juist waarschuwde voor hoger belastingen.

Lagere Britse winstbelasting: wie betaalt dat?

De Britse plannen bevinden zich nog in een beginstadium. Zo is het de vraag of Osborne na de zomer nog minister van Financiën is, gelet op de komst van een nieuwe Conservatieve leider die premier Cameron moet vervangen.

Lagere belastingen voor bedrijven moeten ook bekostigd worden. Dat betekent dat bijvoorbeeld de inkomstenbelasting of de btw omhoog moet voor Britse burgers, of dat het Verenigd Koninkrijk méér moet lenen om gaten in de begroting te dekken.

Dubbele belasting in VK

Fiscalisten hebben erop gewezen dat bedrijven met vestigingen in meerdere Europese landen, niet alleen naar de tarieven kijken. Bij een vertrek uit de Europese Unie is bijvoorbeeld de kans groot dat de Britten nieuwe verdragen moeten afsluiten, om te voorkomen dat multinationals met een hoofdzetel in het Verenigd Koninkrijk dubbel worden belast. “Nederland kan door de Brexit attractiever worden als vestigingsland”, zei fiscalist Stef van Weeghel van PwC hierover maandag in het Financieele Dagblad.

Minister Jeroen Dijsselbloem van Financiën merkte donderdag dan ook op dat bedrijven in het Verenigd Koninkrijk naar andere dingen kijken dan de hoogte van de tarieven van de vennootschapsbelasting. Bijvoorbeeld: of de Britten straks nog onderdeel zijn van de interne EU-markt, en of financiële instellingen straks nog het paspoort hebben om vanuit Londen zaken te doen met alle Europese landen. "En het antwoord daarop zal waarschijnlijk nee zijn.''

Bron: Z24/ANP

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl