Dat schrijft De Financiële Telegraaf woensdag.
De aandelentransacties, van in totaal 63.906 stukken, vonden plaats op twee
dagen rond het sluiten van het principeakkoord met miljonairsduo Michiel Mol
en Vijay Mallya over de overdracht van het Spyker Formule 1-team.
Na het bekend worden van het akkoord, in de middag van 20 september,
schoot de koers van het Spyker-aandeel omhoog. Muller profiteerde overigens
niet van deze koersstijging. Hij had zijn stukken op dat moment al van de
hand gedaan.
Beurswaakhond Autoriteit Financiele Markten (AFM) laat desgevraagd weten dat
dit soort transacties van bestuurders vrijwel altijd aanleiding vormen tot
nader onderzoek. "Maar het is aan de onderneming zelf om gesloten periodes
vast te stellen, bijvoorbeeld rond het uitkomen van kwartaalcijfers.
Blijkbaar was dit geen gesloten periode," aldus een woordvoerster.
De AFM wijst er eveneens op dat er bij Mullers portefeuille sprake is van een
zogeheten vrijehandbeheer door een vermogensbeheerder, waardoor de
Spyker-bestuurder in principe geen invloed had op het moment van handelen.
Muller stelt in een reactie dat de verkopen, die plaatsvonden op 18 en
20 september, in feite een handeling betroffen. Over de reden van de verkoop
wil hij niets kwijt.
Volgens insiders wijst het herhaaldelijk van de hand doen van stukken op een
slechte financiële privésituatie van Muller. "Victor heeft al zijn aandelen
verpand aan de bank. Iedere keer als de koers van Spyker scherp daalt, kan
zijn bank eisen dat hij geld bijstort. Heeft hij dat niet, dan dwingen ze
hem tot verkopen," aldus een bron.
Muller zelf wil niet op dit scenario reageren: "Jullie weten het antwoord
toch." Zaterdag beslissen de aandeelhouders over verkoop van de Formule-1.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl