Aandelenmarkten zitten in een overgangsfase, waarbij de definitieve richting nog bepaald moet worden. Het is goed mogelijk dat er een neutralere periode voor de boeg staat, waarin beursindices per saldo zijwaarts bewegen, aldus Michael Nabarro.

Al sinds het begin van het jaar zijn de financiële markten zeer onrustig. De aanleiding is een opeenstapeling van zorgen.

Beleggers maken zich onder andere zorgen over de groeiontwikkelingen in China en in hoeverre de Chinese munt verder zal devalueren. Maar ook in de westerse markten verzwakt het economisch beeld en zijn er twijfels of de beleidsmakers een wereldwijde recessie kunnen voorkomen.

Inmiddels is ook de financiële sector ten prooi gevallen aan de vrees voor een economische krimp. Er is veel twijfel over de toekomstige winstgevendheid in deze lage tot negatieve renteomgeving evenals de kwaliteit van de uitstaande leningen.

De lage olieprijzen blijven ook voor onrust zorgen. Niet alleen de bedrijven in deze sector, maar ook landen afhankelijk van olie-inkomsten raken in problemen.

Deze landen verkopen nu via de zogenaamde ‘Sovereign Wealth Funds’ aandelen om hun begrotingen te kunnen financieren.

In Europa zorgt de vluchtelingenproblematiek en een mogelijke Brexit voor extra zorgen. Dit alles veroorzaakt risico-aversie onder beleggers, waarbij de aandelenmarkten onder druk staan en de veilige havens zoals staatsobligaties en goud in waarde zijn opgelopen.

Geen recessie

De macro-economische data verzwakken wereldwijd, maar signaleren vooralsnog geen recessie. De vrees voor een recessie richt zich trouwens voornamelijk op de Verenigde Staten (VS).

Het is duidelijk dat sinds het begin van dit jaar de situatie in de VS is verslechterd. Dit is onder andere het gevolg van de lastigere omstandigheden voor bancaire kredietverleningen en een tegenvallende economische groei.

Daarnaast helpt de sterkere Amerikaanse dollar het bedrijfsleven niet. Zelf geloof ik niet dat de Amerikaanse economie op een recessie afstevent. Onder meer de sterke binnenlandse consumptie, die voor 70 procent meetelt in de Amerikaanse economie, biedt bescherming tegen een recessie.

Werkgelegenheid en inkomensgroei nemen toe en de groei van het besteedbaar inkomen van veel Amerikanen helpt daarbij. Bovendien blijft de Amerikaanse consument optimistisch en zet de groei in de huizenmarkt door. Maar de wereldwijde economische groei vertraagt, de risico’s zijn toegenomen en de vooruitzichten zijn minder rooskleurig dan voorheen.

Centrale banken

Het zal u niet ontgaan zijn dat de rol van de centrale banken enorm groot is. De financiële markten zijn inmiddels ‘verslaafd’ geworden aan monetaire steun. Vooralsnog kunnen ze nog niet zonder. De beleidsmakers zijn volop bezig de huidige gematigde groei niet te laten ontsporen en de inflatie aan te wakkeren.

De Bank of Japan is onlangs overgegaan naar een negatieve rente en ik verwacht dat de Europese Centrale Bank (ECB) het monetair beleid in maart verder zal verruimen. In de VS rekenen de markten inmiddels niet meer op verdere renteverhogingen in 2016.

Door de periode van hun soepele beleid te verlengen, kunnen centrale banken de zorgen in de markt wegnemen en de economische groei stimuleren. Daarnaast hebben centrale banken ook andere mogelijkheden om hun beleid aan te passen. De afgelopen jaren hebben de centrale banken aangetoond innovatief en effectief te kunnen zijn in het bestrijden van financiële crises.

Technische condities verzwakt

Hoewel het fundamentele beeld dus wel verzwakt, hebben we nog steeds te maken met een gematigde economische groei en is de rol van de centrale banken nog niet uitgespeeld. Tevens zorgt de lage rente ervoor dat aandelen relatief aantrekkelijk blijven.

Maar wat vertellen de grafieken?

Dit beeld is minder rooskleurig geworden. Het is nu opletten geblazen, maar nog te vroeg om de handdoek in de ring te gooien. In deze bijdrage  sta ik stil bij de technische ontwikkeling van de Amerikaanse S&P500 en de Europese STOXX600.

Ik gebruik deze keer weekgrafieken (10 jaar) om de bewegingen goed in perspectief te kunnen laten zien. Het beeld van deze twee grafieken is niet helemaal gelijk, maar vertoont wel overeenkomsten.

S&P-500 index: overgangsfase van kracht

De sterke opgaande trendfase sinds 2009 is begin van dit jaar gebroken en geeft hiermee een aanzienlijke verzwakking weer. Maar het neerwaarts doorbreken van een stijgende trend wordt niet altijd automatisch gevolgd door een dalende trend.

Er ontstaat vaak een overgangsfase waarin nog bepaald moet worden of de trend zijwaarts, neerwaarts of toch weer opwaarts wordt vervolgd. Maar een dergelijke neerwaartse trendbreuk houdt wel in dat de risico’s zijn toegenomen. Wat is nu het meest waarschijnlijke scenario?

(S&P-500: klik op grafiek voor uitvergroting)

s&P def

De S&P-500 Index heeft nu de grond aangestampt op de horizontale steun op 1810 punten en zolang we hierboven blijven, vind ik het beeld neutraal. Let wel, een slotkoers onder dit niveau kan stevige koersdalingen inluiden en zal een negatieve trendfase inluiden.

Er is nu een technisch herstel gaande na de forse koersdalingen en deze beweging heeft nog wat meer ruimte. Maar de S&P-500 zal weerstand ondervinden tussen de grofweg 1950-2000 (oude steun wordt nieuwe weerstand). Daar ligt het risico van een lagere top op de loer.

Dit is dus een ander beeld dan de afgelopen zeven jaar waar het kopen op dips het adagium was. Beleggers moeten nu niet vergeten winsten te nemen bij oplevingen.

Kortom, tussen de grofweg 1.810 en 2.000 punten is in mijn optiek het lange termijn technisch beeld neutraal, maar is de ondertoon wel negatief vanwege het verslechterende beeld op de korte termijn.

Tijdens deze nieuwe fase is waakzaamheid geboden en houd ik rekening met veel volatiliteit en kan de markt dus snel een kant kiezen. Een extra punt van zorg is dat we nog geen echte paniek hebben gezien, wat vaak nodig is voor een voorlopige bodem.

EuroStoxx 600: risico op een lagere top

Het technisch beeld van de EuroStoxx 600 index is net even anders dan die van de S&P-500. Dit komt onder andere door de eurocrisis gedurende 2011. Dit zorgde voor meer volatiliteit en stevigere koersdalingen in Europa dan in de VS. Gedurende deze periode was er zelfs sprake van een dalende trend.

Het gevolg is dat veel technisch analisten de opgaande trendlijn vanaf 2011 hebben gebruikt als belangrijke steunlijn. De relevantie van deze trendlijn is ook gebleken. In januari van dit jaar viel deze lijn samen met de horizontale steun op 350. Na een slotkoers onder dit niveau, viel de markt in een rap tempo terug. Binnen zes weken stonden we op de 302. Dit is de bodem van 2014 en tevens belangrijke steun. Sindsdien herstellen de koersen, maar wat is hier nu het meest waarschijnlijke scenario?

(EuroStoxx 600; klik voor uitvergroting)

eurostoxx

De verzwakking sinds 2015 is duidelijk te zien en de huidige korte termijn trend is negatief. Sinds 2015 is er hier sprake van een proces van lagere toppen en bodems en dat belooft weinig goeds. Dit houdt in dat deze opleving, waarschijnlijk gevolgd wordt door een nieuwe bodem. Dit scenario blijft van kracht zolang we onder de 350 blijven (oude steun wordt weerstand).

Maar er is wel een lichtpuntje nu er sinds 2009 een opgaande trendlijn met meerdere raakpunten verschenen is. Deze loopt nu nagenoeg gelijk met de laatste significante bodem uit 2014 en maakt dus het niveau op 302 als steun nog significanter.

Kortom, tussen de 302 en 350 is een neutrale houding in mijn optiek het meest verstandig, maar de ondertoon is dus wel negatief. Ik weet dat dit een grote bandbreedte is, maar door de relatief hoge volatiliteit is dat niet anders. Onder de 302 houd ik rekening met een flinke verdere verzwakking, boven de 350 klaart het beeld aanzienlijk op.

Na zeven vette jaren, zeven magere jaren?

Ik denk dat die stelling te kort door de bocht is, maar het lijkt wel onwaarschijnlijk dat de komende zeven jaar net zo goed zullen zijn als de laatste zeven. Ik constateer nu ook dat de fundamentele vooruitzichten verzwakken en de beurzen daardoor flink terrein hebben verloren. Er is meer oog voor de risico’s gekomen en daardoor is het technisch beeld verzwakt.

Het goede nieuws is dat de alternatieven voor aandelen niet echt aantrekkelijk zijn, er nog steeds gematigde groei is en de centrale banken aan de kantlijn staan om het veld op te komen. Maar ze hebben het behoorlijk lastig en de gewenste inflatie is nog ver te zoeken.

Het lijkt in mijn optiek ook niet onwaarschijnlijk dat de markten zowel fundamenteel als technisch in een overgangsfase zitten, waarbij de definitieve richting nog bepaald moet worden. Misschien staat er een neutralere periode voor de boeg, waarin de indices, hoewel beweeglijk, per saldo zijwaarts bewegen.

Het is nu goed opletten als belegger. Houd de bovengenoemde niveaus goed in de gaten. Vooral nu de risico’s zijn toegenomen.

Echter, elke marktfase biedt kansen. Maar elke fase vereist een andere strategie om de risico-rendementsverhouding van een beleggingsportefeuille of individuele beleggingen te optimaliseren.

Michael Nabarro is beleggingsspecialist bij ABN Amro MeesPierson Private Banking. Michael’s financiële carrière begon in 1989 en sindsdien is hij actief betrokken bij het adviseren van particuliere en professionele relaties, voornamelijk partijen met een actieve beleggingsstijl. Zijn columns zijn niet bedoeld als individueel advies tot het doen van beleggingen. Voor meer informatie zie: Technische Analyse bij ABN Amro.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl