• Aan de uitzonderingspositie van Nederlandse boeren in Europa wat betreft het uitrijden van mest komt waarschijnlijk in 2026 een eind.
  • De Europese Commissie wil al langer van de Nederlandse uitzonderingspositie af, maar de vraag is wanneer dit gaat gebeuren.
  • Minister Staghouwer van Landbouw heeft volgens De Telegraaf inmiddels een conceptafspraak gemaakt in Brussel.
  • Lees ook: Remkes: halvering stikstofuitstoot in 2030 staat niet ter discussie

De uitzonderingspositie waardoor Nederlandse boeren meer mest mogen uitrijden dan boeren in andere landen wordt vanaf 2023 gedurende drie jaar afgebouwd. Minister Henk Staghouwer van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft hier een conceptafspraak over gemaakt in Brussel, bevestigen ingewijden tegenover persbureau ANP na berichtgeving van De Telegraaf.

Het is al langer duidelijk dat de Europese Commissie van de Nederlandse uitzonderingspositie, de zogenoemde derogatie, af wil. De vraag was wanneer en op welke manier.

Volgens het conceptakkoord mogen de boeren die van de uitzondering gebruikmaken vanaf komend jaar minder mest uitrijden. Vanaf 2026 zijn de regels hetzelfde als in andere EU-landen. Ook komt er een financiële vergoeding voor boeren die anders moeten gaan werken.

Het ministerie wil nog niet vooruitlopen op een brief die Staghouwer hier later maandag over aan de Tweede Kamer stuurt. Wel zegt een woordvoerder dat “de afgelopen maanden zeer intensieve gesprekken” zijn gevoerd over de Nederlandse uitzonderingspositie. “Inzet van de minister is geweest dat hij duidelijkheid wilde voor de boeren en dat zij niet in een keer voor grote aanpassingen in bedrijfsvoering komen te staan, als een mestoverschot en hoge kosten.”

Aan de Nederlandse uitzonderingspositie waren strenge eisen verbonden. Zo moest de waterkwaliteit verbeteren, maar werd die in de loop der jaren juist slechter. Naast de waterkwaliteit zijn de mestregels ook bedoeld om de neerslag van stikstof te verminderen.

Stikstofbeleid moet mogelijk strenger

De mogelijke aanscherping van het mestbeleid komt bovenop de problemen met de stikstofuitstoot. Nederland moet de stikstofdoelen opnieuw tegen het licht houden. Er liggen nieuwe wetenschappelijke bevindingen die direct van invloed kunnen zijn op het beleid, bevestigde het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit afgelopen week tegenover persbureau ANP, na berichtgeving van de NOS. Deskundigen zeggen tegen de omroep dat het rapport betekent dat de regels waarschijnlijk strenger moeten.

De wetenschappers hebben gekeken hoe natuur beïnvloed wordt door de uitstoot van stikstof. De bevindingen worden gebruikt om vast te stellen hoeveel stikstof uitgestoten kan worden zonder te grote schade aan beschermde natuur. Bepaalde soorten natuur blijken gevoeliger voor stikstof dan gedacht. Volgens berekeningen van de NOS zal daardoor in een deel van Nederland vermoedelijk minder stikstof uitgestoten kunnen worden dan onder het beleid waar het kabinet nu aan werkt.

Het internationale onderzoek waar de NOS over schrijft is een concept-rapport, waarvan de definitieve versie later deze maand verschijnt. Daarna laat het ministerie onderzoekers bestuderen welke gevolgen het heeft voor Nederland. Dat zal "zo snel mogelijk" gebeuren, zegt het ministerie, maar het duurt nog enige maanden voor er duidelijkheid is.

"Het onderstreept wel dat het belangrijk is om snel de overbelasting aan te pakken, onze natuur staat er slecht voor", laat een woordvoerder van het ministerie weten. Het kabinetsbeleid is gebaseerd op "de best beschikbare wetenschappelijke inzichten, die eens in de zoveel tijd geactualiseerd kunnen worden - dat is inherent aan wetenschap". Het onderzoek wordt iedere tien jaar uitgevoerd.

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) stelt samen met andere instanties vast hoeveel stikstof neerdaalt in natuurgebieden en waar deze stikstof vandaan komt. Als uiteindelijk blijkt dat de regels strenger moeten omdat planten kwetsbaarder zijn dan gedacht, heeft dat verder geen invloed op de berekeningen, vertelt een RIVM-woordvoerder. "Het zou wel kunnen dat de maximale stikstofdepositie dan eerder overschreden wordt."

Voorman Bart Kemp van de boerenactieclub Agractie spreekt van "een zeer doorzichtige poging van ambtenaren en wetenschap om toch vooral de veehouderij in te krimpen en de plannen door te zetten."

"Maar dat bepalen ambtenaren niet, maar de politiek. Vorige week was er nog het bericht dat veel Europese landen geen enkele rapportage met betrekking tot stikstof doen", aldus Kemp. "Alleen de factor stikstof zegt niets over de staat van de natuur en biodiversiteit", stelt hij.

"Opnieuw zien we een eenzijdige focus op de kritische depositiewaarde (kdw) in plaats van het integraal meten van een goede staat van instandhouding van de natuur", zegt ook LTO Nederland. De kdw is de grens aan de hoeveelheid stikstof die een specifiek natuurgebied aankan. "De methodiek van de kdw is daarbij één indicator, maar niet een absolute zekerheid om beleid op te baseren."

LEES OOK: Waarom de voedselcrisis van 2023 erger kan zijn dan die van dit jaar