De fabrikant van Stint heeft zijn faillissementsaanvraag ingetrokken. Directeur Edwin Renzen wacht na overleg met zijn advocaat eerst de lopende procedures over de elektrische bolderkar af.

Dat zei hij dinsdagavond tegen RTV Utrecht.

De elektrische bolderkar mag sinds 1 oktober niet meer op de weg na een ongeval in Oss waarbij vier kinderen het leven verloren. TNO doet nu onderzoek naar de veiligheid van het voertuig. Dat onderzoek moet rond de jaarwisseling klaar zijn.

Minister Cora van Nieuwenhuizen (Infrastructuur en Waterstaat) “acht het zeer wel mogelijk dat een vorm van de Stint” weer gaat rondrijden. Maar dan moet die wel veilig zijn, benadrukte de bewindsvrouw in de Tweede Kamer. “De twijfels moeten zijn weggenomen.”

Renzen denkt daarom dat het “nog niet over hoeft te zijn”. “Er is geen geldschieter, maar wel veel aanbiedingen.”

Toch is hij nog niet heel hoopvol. Als de situatie zo blijft, sluit hij een nieuwe faillissementsaanvraag niet uit.

Voordat de Stint van de weg werd gehaald, reden er zo'n 3.500 van rond, vooral in de kinderopvang. Door de schorsing van de elektrische bolderkar zijn dan ook veel kinderdagverblijven in de problemen gekomen. Zij moeten vervangend vervoer regelen.

LEES OOK: De opkomst en ondergang van de Stint – het tragische lot van de populaire e-bolderkar