Veel winkeliers vrezen dat de nieuwe coronalockdown het voortbestaan van hun onderneming in gevaar kan brengen. Dat meldt winkeliersorganisatie INretail op basis van een peiling bij de eigen achterban.

Dat voor het tweede jaar op rij niet-essentiële winkels vlak voor de feestdagen dicht moeten, leidt volgens de branche tot “onbegrip, woede en wanhoop”. INretail wil daarom dat er meer overheidssteun komt en winkeliers ook wat meer perspectief wordt geboden.

Via een onderzoeksbureau kregen leden van de organisatie maandag een aantal vragen toegestuurd. Zo’n drieënhalf uur na het versturen hadden al meer dan duizend ondernemers geantwoord, wat volgens een woordvoerder ongekend is. Dat is ruim een vijfde van het totale ledenbestand van INretail, dat zowel grote ketens als kleinere winkels vertegenwoordigt.

Van de respondenten zei 83 procent bezorgd te zijn over de impact van de lockdown. Ruim driekwart van niet-essentiële retail krijgt volgens INretail nu een omzetdaling voor de kiezen.

Toch komt van deze groep nauwelijks 40 procent naar eigen zeggen in aanmerking voor compensatiemaatregelen. Ze voldoen niet aan de criteria voor het omzetverlies. Een derde van de ondernemers zou geen oplossing en middelen zien om de lockdownperiode door te komen.

Volgens INretail speelt mee dat door de manier waarop die nu is geformuleerd veel ondernemers geen aanspraak kunnen maken op de vastelastenregeling. Ook steekt het de branche dat winkeliers geen aanspraak kunnen maken op een voorraadvergoeding voor de gesloten detailhandel. Vorig jaar bestond er wel zo'n regeling, maar dit keer heeft het kabinet deze niet aangekondigd.

Retailers moeten het door de winkelsluiting nu hebben van verkopen via het internet. Maar dat zou voor 90 procent van de ondernemers "volstrekt onvoldoende zijn" om het omzetverlies te compenseren.

INretail dring er daarom op aan dat de overheid 'kopen op afspraak' weer toe gaat staan. Eerder dit jaar werkte dat namelijk ook goed, aldus de organisatie. Ook winkels die niet met 'click and collect' kunnen werken, zouden hiermee kunnen worden geholpen.

Groothandels in overleg met horeca

Groothandels zijn sinds de aankondiging van de nieuwe lockdown volop in gesprek met horeca-ondernemers over hun bestellingen voor de kerstperiode. Dat laten Sligro en Makro aan persbureau ANP weten. "Het is maatwerk", geeft een woordvoerder van Sligro aan.

Veel horecazaken hadden al bestellingen gedaan. Zowel Sligro als Makro heeft contact gezocht met hun horecaklanten. "De vraag is dan: wil je datgene wat je besteld had nog hebben of moet de bestelling aangepast worden?" geeft een zegsvrouw van Makro aan.

Bij beide groothandels zochten ook de nodige horeca-ondernemers zelf contact over hun bestelling. "We merkten ook dat veel klanten nog niet besteld hadden terwijl dat normaal gesproken vaak op zondag gebeurt", aldus de Makro-woordvoerster.

Door de ervaring met de eerdere lockdowns konden beide bedrijven snel schakelen. "Bovendien is het voor de horeca de afgelopen weken al steeds iets minder geworden", legt de woordvoerder van Sligro uit. "Eerst moesten ze om 20.00 uur dicht, toen om 17.00 uur en toen helemaal. Het is niet in een klap van helemaal open naar helemaal dicht gegaan."

Waar horecabedrijven door de lockdown minder nodig hebben van veel producten, is er een categorie artikelen waarnaar de vraag is toegenomen en dat zijn weggooiverpakkingen en -bestek. Zowel Sligro als Makro ziet bestellingen daarvan flink groeien.

Verkoop nieuwe motorfietsen fors gestegen

Ondertussen is de verkoop van nieuwe motorfietsen toegenomen tot het hoogste niveau sinds de financiële crisis in 2008, ondanks de coronalockdowns. Volgens brancheorganisatie BOVAG komt dat onder meer doordat de vraag naar individueel vervoer tijdens de pandemie is toegenomen. Ook speelt waarschijnlijk mee dat mensen meer spaargeld over hebben, bijvoorbeeld omdat ze niet op vakantie zijn geweest.

Tot en met november werden er in Nederland 14.948 nieuwe motorfietsen verkocht. Daarmee reden er 6,8 procent meer van deze tweewielers de showrooms uit dan in de eerste elf maanden van vorig jaar. De vraag naar motoren blijft sinds de uitbraak van de coronapandemie toenemen.

Een woordvoerder van BOVAG legt uit dat er verschillende redenen zijn te noemen voor deze verkoopspurt. "Motorrijden is ook een hobby. Veel mensen hebben de crisis aangegrepen om hun hobby weer op te pakken", zegt hij. Er zijn in Nederland al langer veel mensen die wel een motorrijbewijs hebben, maar geen motor. Een deel van hen besloot afgelopen jaar waarschijnlijk om alsnog een motor aan te schaffen.

Dat Nederland nu weer in een nieuwe lockdown zit, maakt voor de motorverkoop voor dit jaar volgens de zegsman niet veel meer uit. December is doorgaans een rustige maand voor motordealers.

Wel is het nu lastiger om je als consument te oriënteren op het kopen van een motor, want je kan niet zomaar even een showroom binnen stappen. De werkplaatsen, waar motorfietsen worden gerepareerd, zijn nog wel open. Ook moet het ook nog steeds mogelijk zijn om bijvoorbeeld een proefritje te maken.

De verkoop van tweedehands motoren bij de vakhandel kwam tot en met november uit op een recordniveau van 49.642 stuks. Dat is 0,4 procent meer dan een jaar terug. De handel in occasions tussen particulieren onderling daalde wel met ruim 9 procent, tot 79.454 transacties.

Begin deze maand telde Nederland in totaal bijna 775.000 motorfietsen. Dat waren ruim 15.000 meer dan begin dit jaar en het hoogste aantal ooit. Dik 1100 van de motoren zijn volgens BOVAG elektrisch aangedreven.

LEES OOK: Dit zijn de belangrijkste maatregelen van de nieuwe lockdown die tot 14 januari duurt