De Europese Centrale Bank strooit met lage rentes en grof geld voor banken. Dat is niet prettig voor spaarders, maar mogelijk wel voor voor huiseigenaren met hypotheekschulden. Valt er nog iets te winnen als spaargeld weinig oplevert? Z24 zocht het uit.
De Europese Centrale Bank als vijand van spaarders? President Mario Draghi wees kritiek op een reeks maatregelen waarmee banken nog goedkoper kunnen lenen bij de centrale bank, rigoureus af afgelopen donderdag.
Op de eerste plaats leent de ECB niet aan consumenten, maar aan banken en die bepalen op hun beurt de spaarrentes, aldus Draghi. Daarnaast wil de centrale bank met goedkope leningen aan banken juist extra krediet voor bedrijven en consumenten beschikbaar maken, om de economie een impuls te geven. Als dat lukt, gaan rentes ook weer stijgen.
Lage spaarrente, lage hypotheekrente
Maar op korte termijn hebben spaarders wel een probleem. Voorlopig blijven spaarrentes waarschijnlijk laag, nu banken vrijwel gratis bij de ECB kunnen lenen en spaarders minder nodig hebben om zichzelf te financieren.
Maar er is ook een potentieel pluspunt: als banken goedkoper kunnen lenen, zou dat zich moeten vertalen in lagere hypotheekrentes. Dat is gunstig voor starters op de woningmarkt en huiseigenaren die een nieuwe rentevaste periode moeten afspreken.
Extra aflossen
Wie spaargeld heeft en een hypotheeklening kan uiteraard ook kijken naar een uitruil: heeft het zin om spaargeld waar je weinig rente voor krijgt in te zetten voor extra aflossing van de hypotheek?
Extra aflossen vergt wel het nodige uitzoekwerk. Als het om grotere bedragen gaat, kun je te maken krijgen met boeteclausules. En doorgaans is aflossen op een spaar- of beleggingshypotheek complexer dan op een aflossingsvrije hypotheek.
Vaak is het wel mogelijk om bijvoorbeeld 10 procent van de hypotheeklening zonder boete af te lossen in een jaar. Maar loont dat ook in het huidige klimaat, waarin zowel hypotheekrentes als spaarrentes laag zijn?
Hypotheekrente en spaarrente
Onderstaande grafiek toont voor variabele rentes, en vaste looptijden van vijf en tien jaar de gemiddelde bruto hypotheekrente en actuele spaarrentes. Bij de hypotheekrente zijn actuele rentestanden genomen en historische rentes van vier jaar geleden. De gegevens komen respectievelijk De Hypotheekshop en de site spaarinformatie.nl
In dit plaatje liggen bruto hypotheekrentes hoger dan de vergelijkbare spaarrentes. Maar dat zegt weinig, want hierbij is geen rekening gehouden met aan de ene kant het effect van de hypotheekrenteaftrek en anderzijds de eventuele vermogensbelasting van 1,2 procent in box 3.
Klein spaarvermogen: vrijstelling in box 3
Om een realistischer beeld te krijgen zijn hieronder drie situaties uitgewerkt. Op de eerste plaats een plaatje waarbij het voordeel van de hypotheekrenteaftrek respectievelijk 42 en 51 procent bedraagt en spaargeld onder de vrije drempel van ongeveer 21 duizend euro in box 3 valt.
Hier is te zien dat het renteverschil tussen de netto hypotheekrente en de spaarrente negatief is. Ofwel: de onbelaste spaarrente is hoger dan de hypotheekrente inclusief het voordeel van de rente-aftrek. In deze situatie is extra aflossen op basis van actuele rentes niet voordelig, want sparen levert meer op dan de kostenbesparing op de hypotheekrente bij extra aflossen.
Renteaftrek en heffing box 3
Maar stel dat je wat meer spaargeld hebt en vermogen inzet dat wel wordt belast met de heffing van 1,2 procent in box 3. Dan ziet het plaatje er als volgt uit.
Te zien is dat bij een variabele hypotheekrente en een variabele spaarrente eerstgenoemde nu hoger is dan de spaarrente. Dit heeft uiteraard te maken het forse effect van de vermogensbelasting van 1,2 procent op de netto spaarrente. Extra aflossen is in deze variant met variabele rentes wel gunstig.
Voor langere looptijden is het beeld minder eenduidig. Bij een spaarrente en een hypotheekrente die beide vijf jaar vast staan is nog sprake van een per saldo licht hogere hypotheekrente, maar bij een looptijd van tien jaar is dat niet meer het geval.
Oude hypotheekrente
De voorbeelden hierboven gaan allemaal uit van de actuele, gemiddelde hypotheekrentes. Maar veel huiseigenaren zitten vast aan hypotheekrentes die ze enkele jaren of langer geleden hebben afgesproken met de bank. En vaak liggen die hoger dan de huidige hypotheekrente.
Als voorbeeld is daarom hieronder de gemiddelde hypotheekrente van begin 2010 voor vijf en tien jaar vast genomen. Die rentes lagen respectievelijk op 4 en 4,5 procent en zijn afgezet tegen vergelijkbare, actuele spaarrentes.
Vervolgens is het effect van de hypotheekrenteaftrek meegenomen en de belasting van 1,2 procent in box 3.
In dit plaatje zie je dat, op basis van de hogere hypotheekrentes van enkele jaren geleden, het wel loont om extra af te lossen, ten minste: als spaargeld onder de vermogensheffing in box 3 valt.
Kortom, zowel je hypotheekrente als de fiscale status van je spaargeld zijn bepalend voor de vraag of extra aflossen op de hypotheek voordelig is.
Lees ook
400 miljard euro voor banken van ECB
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl