Nederlandse pensioenfondsen hebben grosso modo nog steeds te weinig bezittingen om op de lange termijn aan hun uitkeringsverplichtingen te kunnen voldoen. Snijden in de pensioenen en de pensioenopbouw van werknemers blijft hoog op de agenda staan.

“We zijn met onze financiële positie nog steeds niet op het niveau waar we willen staan”, zei voorzitter Corien Wortmann-Kool van ambtenarenfonds ABP vrijdag bij de publicatie van cijfers over de zogenoemde dekkingsgraad. Dat is de verhouding tussen de bezittingen en verplichtingen van een pensioenfonds.

“De komende jaren is dekkingsgraadherstel hard nodig om een verlaging van pensioenen te voorkomen”, stelde het fonds PFZW voor de zorgsector de situatie. Metaalfondsen PME en PMT kwamen in hun kwartaalberichten vrijdag met een vergelijkbare boodschap.

Afgelopen jaar leek het er lang op dat er mogelijk nu al gesneden moest gaan worden in de pensioenen. Dat kwam vooral door de aanhoudend lage rente. Pas eind december werd duidelijk dat korten niet nodig was: enerzijds krabbelde de rente weer wat op, anderzijds beleefden de aandelenmarkten na de verkiezing van Donald Trump tot Amerikaanse president een flinke opmars.

Dekkingsgraad pensioenfondsen

ABP eindigde het jaar met een actuele dekkingsgraad van afgerond 97 procent, bijna 6 procentpunt hoger dan de score waarop de financiële graadmeter zich drie maanden eerder bevond. Bij een dekkingsgraad van 100 procent zijn schulden en bezittingen in evenwicht. 97 procent betekent dat er tegenover elk euro aan schuld maar 0,97 euro aan bezittingen staat. Een tekort dus.

Metaalfonds PMT kwam ook tot 97 procent, PME moest het doen met een stand van 96 procent. Zorgfonds PFZW kon volgens de becijferingen aan dik 95 procent van zijn verplichtingen voldoen. BpfBOUW, waarmee het al langer wat beter gaat, ging 2016 uit met een score van ruim 110 procent.

Blijvend probleem is dat de manier waarop de fondsen hun financiële positie moeten berekenen nog steeds erg afhankelijk is van de grilligheid van de renteontwikkeling. PMT-voorzitters Jan Berghuis en Benne van Popta roepen de politiek in Den Haag daarom nogmaals op om met een oplossing te komen. ,,Het kabinet kan hiervoor niet de ogen sluiten. Er zijn partijen die over de rekenrente praten, maar wij zien nog geen concrete voorstellen.''

Of het voor fondsen nodig is om in 2018 te snijden in de pensioenen en de pensioenopbouw wordt pas over ongeveer twaalf maanden beoordeeld.