De Nederlandse werkloosheid is flink gestegen in een jaar tijd. Vergeleken met andere eurolanden valt het met de jeugdwerkloosheid nog redelijk mee.

Het percentage werklozen op de beroepsbevolking in de eurozone is gedaald van 11,8 procent in maart tot 11,7 procent in april.

Dat maakte het Europese bureau voor de statistiek Eurostat dinsdag bekend. In april 2013 zat nog 12 procent van de beroepsbevolking zonder werk.

Eurostat schat dat in april bijna 25,5 miljoen mensen in de 28 landen van de Europese Unie werkloos waren, waarvan 18,75 miljoen in de eurolanden. Ten opzichte van maart nam het aantal werklozen in de EU met 151.000 af en in de eurolanden was sprake van een daling van 76.000.

Stijging werkloosheid in Nederland

Oostenrijk (4,9 procent), Duitsland (5,2 procent) en Luxemburg (6,1 procent) hadden de laagste werkloosheidspercentages, terwijl de werkloosheid opnieuw het hoogst was in Griekenland (26,5 procent) en Spanje (25,1 procent).

Nederland kende, na Cyprus, de sterkste stijging van de werkloosheid op jaarbasis, van 6,5 naar 7,2 procent. In Cyprus liep de werkloosheid op van 15,6 naar 16,4 procent.

Jeugdwerkloosheid: drama in Griekenland en Spanje

Nederland scoorde stukken beter als het gaat om de jeugdwerkloosheid.

De 11 procent van de Nederlandse jongeren onder 25 jaar die zonder werk zat in april was weliswaar een fors percentage, maar wel het laagste in de eurozone na Duitsland (7,9 procent) en Oostenrijk (9,5 procent). Ook hier waren Griekenland (56,9 procent) en Spanje (53,5 procent) de uitschieters in negatieve zin.

De jeugdwerkloosheid in de gehele eurozone bedroeg in april 23,5 procent en in de EU 22,5 procent.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl