De vertrekkende topman van Shell, Peter Voser, had donderdag een opmerkelijke reeks tegenvallers te melden. Hij maakt schoon schip, voordat opvolger Ben van Beurden volgend jaar aantreedt.

Als er een nieuwe baas aantreedt bij een groot beursbedrijf, gebeurt het regelmatig dat die bij zijn start het bedrijf flink opschudt, reorganiseert en onrendabele investeringsprojecten afkapt. Om vervolgens in de loop van van de tijd betere resultaten te presenteren.

Zo niet bij Shell. Begin juli meldde het bedrijf dat de Nederlander Ben van Beurden in 2014 de hoogste baas wordt, als opvolger van de Zwitser Peter Voser. Die laatste had donderdag bij de publicatie van de tweede kwartaalcijfers juist een opmerkelijke reeks tegenvallers te melden.

Sabotage in Nigeria

Shell moet 1,8 miljard dollar afboeken op Amerikaanse olievoorraden die in kleisteenlagen zitten. Het bedrijf heeft daarnaast veel last van sabotage en diefstal in Nigeria, zag zijn kosten oplopen door bovengemiddelde afschrijvingen op olie- gasvelden in onder meer Egypte en Frans Guyana, en kan niet meer beloven dat het in 2017 vier miljoen vaten olie en gas per dag oppompt.

Voser benadrukte donderdag dat Shell door de waan van de dag heen kijkt, dat grote olie- en gasprojecten een doorlooptijd van tientallen jaren hebben, en dat kwartaalcijfers dus niet meer dan een momentopname zijn. Maar afgezien van de problemen in Nigeria, waar Shell de vaak chaotische politieke- en veiligheidssituatie maar beperkt kan beïnvloeden, kampt het concern met pijnlijke tegenvallers waar de top van Shell grotendeels zelf verantwoordelijkheid voor draagt

Schalie-olie VS nekt Shell

De grootste klap voor het afgelopen kwartaal was de afwaardering van netto bijna twee miljard dollar op zogenoemde schaliereserves in de VS. Shell heeft de afgelopen jaren forse aankopen van winningsrechten gedaan in de VS, en nu blijkt bij proefboringen- en analyses dat schattingen over de toekomstige opbrengst van de olie uit kleinsteenlagen moeten worden bijgesteld. De verwachte opbrengsten zijn namelijk minder rooskleurig dan eerder gedacht.

In de VS is sinds enkele jaren veel te doen om de 'schaliegasrevolutie', waarbij gas dat in kleisteenlagen zit met speciale breektechnieken en injectie van chemicaliën wordt gewonnen. In een parallelle ontwikkeling wordt ook schalie-olie opgepompt.

Financieel directeur Simon Henry van Shell gaf donderdag in een telefonische toelichting aan dat de gezamenlijke schaliereserves, dus olie en gas, eind vorig jaar voor 28 miljard dollar op de balans stonden. Daar is nu bruto, dus vóór belastingen, een afboeking van zo'n drie miljard dollar op gedaan.

Volgens Voser en Henry hoort het bij het spel, dat wanneer je speurt naar nieuwe voorraden olie en gas, je de ene keer meer succes hebt dan de andere.  Maar per saldo is een misser van drie miljard dollar wel aan de hoge kant. Ook voor een miljardenbedrijf als Shell.

Hogere kosten, geen productiedoel

Tegenvallers twee en drie kwamen donderdag wat besmuikter naar voren, maar moeten Voser toch ook niet lekker zitten. De Zwitser heeft sinds zijn aantreden in 2009 gehamerd op winstgevende groei bij Shell. Dus: alleen nieuwe projecten aangaan als die aan Shell's rendementseisen voldoen en snijden in de kosten waar dat kan.

De winstdip van 60 procent in het tweede kwartaal was extra pijnlijk, omdat die verder ging dan de eenmalige afschrijving op schalie-olie in de VS. Shell zag namelijk ook de reguliere kostenbasis stijgen: tegenvaller twee. Financieel directeur Henry gaf aan dat afschrijvingen op olie- en gasvelden - onder meer in Egypte en Frans Guyana - fors hoger waren dan gebruikelijk, wat ook duidt op investeringen die onderpresteren.

En dan was er nog een strategische wijziging die Voser donderdag tamelijk plompverloren bracht. De eerdere belofte dat Shell in 2017 de dagelijkse productie van olie en gas weet op te trekken naar 4 miljoen vaten, tegen een huidige productie van iets meer dan drie miljoen vaten per dag, werd ingetrokken.

Voser wees erop dat een deel van de grote nieuwe projecten van het concern, zoals bijvoorbeeld productie- en transportlijnen voor vloeibaar aardgas, niet meetelt bij klassieke metingen van olie- en gasproductie. Maar dat wist Shell enkele jaren geleden ook al. Het inslikken van de productiedoelstelling oogt daarmee als een zwaktebod.

Nog even de baas bij Shell

De tegenvallers die Shell donderdag naar buiten bracht, vormen een smetje op het blazoen van Voser. Die bouwde de afgelopen jaren een sterke reputatie op bij beleggers en analisten, mede door zijn scherpe focus op kosten en pogingen om de energiegigant slagvaardiger te maken.

Aan de andere kant siert het de Zwitser dat hij het slechte nieuws zonder omhaal openbaart en daar ook de verantwoordelijkheid voor neemt. Gevraagd naar zijn mening over opvolger Ben van Beurden, zei Voser donderdag tijdens de telefonische toelichting op de cijfers. "Ben is een geweldige vent. Ik kijk ernaar uit om mijn taken aan hem over te dragen in 2014."

Om daaraan toe te voegen: "Tot eind van het jaar is hij directeur Downstream, werken we volgens de normale bedrijfsprocedures en ben ik verantwoordelijk voor het aansturen van het bedrijf." Voser rent niet weg, voordat hij weg is.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl