De Brexit noopt tot tal van noodmaatregelen bij financiële toezichthouders. De kans is namelijk groot dat na het vertrek van de Britten uit de Europese Unie het afwikkelen van financiële transacties die via Londen lopen, niet meer aan de Europese eisen voor risicobewaking voldoen.
Met dit probleem heeft ook grootbank ING te maken, zo stelt het Financieele Dagblad maandag.
De Europese Centrale Bank (ECB) zou bezorgd zijn, omdat ING zijn volledige handelsoperatie voor financiële markten in 2016 en 2017 naar Londen heeft verplaatst. De kantoren in Amsterdam en Brussel zijn opgedoekt. Idee was dat de bank hiermee honderden miljoenen euro’s kon besparen.
De ECB wil juist dat banken die onder haar toezicht vallen, ook een serieuze operatie hebben in één van de EU-lidstaten na de Brexit.
ING moet mogelijk handelaren uit Londen weghalen
ING voert de handel in obligaties, valuta en andere financiële producten volledig vanuit Londen uit. Ook de risicomanagers zitten in de City.
Volgens bronnen die het FD sprak, eist de ECB dat ING een deel van het personeel weer naar het Europese vasteland haalt. Mogelijke vestigingsplaatsen zijn Amsterdam en Frankfurt.
De woordvoerder van de bank wil tegenover de krant slechts kwijt dat ING "continu in gesprek is met de ECB over de gevolgen van de Brexit."
Verlies financieel paspoort Londen na de Brexit
De spanning tussen de Britse regering en de andere EU-landen is afgelopen week opgelopen, na een roerige EU-top in Salzburg. Daar kreeg premier Theresa May de boodschap dat haar plan voor de Brexit niet acceptabel is voor de overige EU-landen.
In de visie van May zou het VK wel deel blijven uitmaken van de interne markt voor goederen, maar niet meedoen aan het vrije verkeer van diensten, personen en kapitaal.
Wat betreft het vrije verkeer van diensten heeft afscheiding van het VK grote gevolgen voor de Londense City.
Londen heeft momenteel een cruciale functie als brug voor kapitaal dat uit de Verenigde Staten en Azië naar Europa komt, en vervolgens zijn weg vindt naar de rest van Europa. Dit gebeurt via zogenoemde financiële paspoorten, die banken en andere financiële partijen met een hoofdvestiging in het Verenigd Koninkrijk probleemloos toegang geven tot andere EU-landen.
Het paspoort omvat in feite een gemeenschappelijke set regels die voor alle EU-landen gelden. Een bank kan met een Europees paspoort een dochterbedrijf in het VK neerzetten, dat vervolgens kantoren heeft in de rest van de Europese Unie. Bij verlies van het paspoort kunnen de bijkantoren van de Britse basis niet alle gewenste diensten aanbieden in de andere EU-landen.
