• De inflatie in de eurozone is in mei verder opgelopen tot 2 procent op jaarbasis. Dat is iets hoger dan de Europese Centrale Bank nastreeft.
  • De ECB heeft tot nog toe volgehouden dat de hogere inflatie tijdelijk is en dat rentes niet omhoog hoeven.
  • Op de beurs gaan beleggers vooralsnog mee met deze boodschap. De AEX sloot dinsdag 1 procent hoger.

Beleggers maakten zich de afgelopen maanden regelmatig zorgen over het perspectief van hogere inflatie, vooral als dit in de toekomst gepaard gaat met hogere rentes. Cijfers over de inflatie worden daarom in de VS en de eurozone nauwlettend gevolgd.

Lees ook: Correctie of moet de beurs dieper buigen voor hogere inflatie? Let op deze koersniveaus

De inflatie in de eurozone is in mei verder opgelopen tot 2 procent op jaarbasis, van 1,6 procent in april, zo meldde het Europese statistiekbureau Eurostat op basis van een voorlopige schatting.

De inflatie in de eurozone staat nu op het hoogste niveau sinds oktober 2018.

Met name de hogere energieprijzen jagen de inflatie aan. Ook in de dienstensector stijgen de prijzen nu de economie steeds meer wordt heropend en de vraag van consumenten aantrekt. En industriële goederen zijn tevens wat duurder geworden.

Exclusief de schommelende prijzen voor voedsel, energie en genotmiddelen bedroeg de inflatie 0,9 procent. Dat was 0,7 procent in april.

De inflatie in het eurogebied ligt nu iets hoger dan de doelstelling van de Europese Centrale Bank (ECB) van bijna 2 procent. Op de aandelenbeurzen heeft de oplopende inflatie de afgelopen maanden regelmatig voor onrust gezorgd, omdat centrale banken daardoor mogelijk sneller de rente gaan verhogen.

Duitse inflatie kan probleem worden

Tot nog toe heeft de ECB volgehouden dat de hogere inflatie waarschijnlijk van tijdelijke aard is, nu de economie sterk herstelt van de coronacrisis. De vraag is hoelang de centrale bank dit kan volhouden.

Macro-econoom Carsten Brzeski van ING gaf deze week in een analyse aan dat met name de inflatie-ontwikkeling in Duitsland de ECB parten kan gaan spelen.

Brezeski verwacht dat de Duitse inflatie in de tweede helft van dit jaar kan oplopen tot 3 à 4 procent. In mei lag de Duitse inflatie op 2,4 procent.

De verdere stijging van de Duitse inflatie in de tweede helft van het jaar komt mede door een btw-effect: in de tweede helft van 2020 verlaagde Duitsland het algemene btw-tarief tijdelijk van 19 procent naar 16 procent. Per 1 januari dit jaar is dit teruggedraaid, maar dit betekent dat er in de jaarvergelijking vanaf 1 juli een btw-effect zit in de Duitse inflatie.

Boven op het btw-effect zijn er nog andere factoren die de Duitse inflatie opjagen, volgens ING-econoom Brezski. Hierbij gaat het om prijsstijgingen in de industrie, vanwege hogere grondstofkosten én tekorten aan computerchips. Ook de heropening van de economie in de tweede helft van het jaar kan voor prijsstijgingen zorgen in bepaalde sectoren.

Aangezien Duitsland een zwaar stempel drukt op de eurozone als geheel, kan hogere inflatie in dat land veel uitmaken voor de gemiddelde inflatie in de eurozone.

Beleggers handhaven optimisme

De ECB hanteert een beleid waar bij via aankopen op de obligatiemarkt de rentes op kapitaalmarkten kunstmatig laag worden gehouden. Volgens de econoom van ING komt de discussie over het terugdraaien van het ultrasoepele monetaire beleid bij aanhoudend hogere inflatie in Duitsland sneller op tafel dan de ECB lief is.

Op de beurs lijken de inflatiezorgen echter minder prominent aanwezig. Beleggers keken dinsdag vooral naar positieve cijfers over de bedrijvigheid in de industrie van de eurozone, die in mei naar een recordniveau is gestegen.

De AEX-index tikte dinsdag op 720,11 punten de hoogste tussentijdse stand ooit aan, maar sloot op 716 punten (plus 1 procent).

LEES OOK: Waarom ook een tijdelijke stijging van de inflatie gevaarlijk kan zijn