Afgelopen week bleek dat prijzen van koopwoningen in Amsterdam met 3,8 procent zijn gedaald in het tweede kwartaal, vergeleken met een jaar eerder. Dat kwam mede doordat er meer goedkopere woningen aan de rand van de stad worden verkocht, terwijl er minder transacties zijn in het peperdure centrum.

Maar ook met de huurprijzen gaat het minder hard. Uit cijfers van woningplatform Pararius blijkt woensdag dat huren in de vrije sector in Amsterdam in het tweede kwartaal met slechts 2,8 procent zijn gestegen.

In de rest van het land stegen huurprijzen gemiddeld met 5,5 procent. Door de de trage huurstijging in Amsterdam komt het landelijke gemiddelde uit op een plus van 3,1 procent. Daarmee is duidelijk sprake van afvlakkende groei.

Huren in de grote steden stijgen minder snel

Dat de huurmarkt afkoelt is geen verrassing: sinds het tweede kwartaal 2018 liep de stijging al niet verder op, in het laatste kwartaal van dat jaar kwam de stijging voor het eerst (!) weer onder de 5 procent uit.

De stijging van huurprijzen in de vrije sector vlakt overigens niet alleen in Amsterdam af. Ook in andere grote steden zwakt de huurprijsstijging af. In Den Haag, Utrecht en Rotterdam stegen ze in het tweede kwartaal met respectievelijk 4 procent, 0,3 procent en 2,8 procent.

Uitzondering is Eindhoven, waar de prijzen met 7,3 procent stegen. Dat komt neer op een prijs van 14,73 euro per vierkante meter per maand, nog altijd bijna tien euro onder de gemiddelde vierkantemeterprijs in Amsterdam.

Huurprijs in kleinere steden blijft fors stijgen

Ook in de rest van het land bleven de prijzen zich in opwaartse richting bewegen. In Breda, Hilversum, Dordrecht en Schiedam stegen de prijzen met respectievelijk 10,7 procent (13,88 euro per vierkante meter), 11,1 procent (15,81 euro per vierkante meter), 11,4 procent (12,74 euro per vierkante meter) en 13,3 procent (13,04 euro per vierkante meter).

Het is duidelijk: buiten de grote steden zette de prijsstijging later in, wat resulteert in hogere stijgingen. Datzelfde zien we op provinciaal niveau.

In het tweede kwartaal van dit jaar piekte Flevoland met een gemiddelde stijging van de huurprijs met 22,5 procent, gevolgd door Zeeland (10,8 procent), Friesland (9,6 procent), Gelderland (7,6 procent) en Noord-Brabant (6,3 procent).

Kortom, de woningmarkt is er nog steeds eentje met een grote mismatch tussen vraag en aanbod. En de vooruitzichten zijn somber: weinig geschikte bouwlocaties, een gebrek aan mankracht in de sector, hoge prijzen van bouwmaterialen en een overheid die er maar niet in slaagt knopen door te hakken.

De grootste tekorten concentreren zich uiteraard rond de Randstad: Utrecht, Noord-Holland en Zuid-Holland hebben een gezamenlijk woningtekort van 126.000 woningen.

Lees meer over de huizenmarkt: