De oververhitte woningmarkt kookt droog. Potentiële huizenkopers moeten steeds meer geld neertellen voor een woning. Tegelijkertijd lijkt het aantal beschikbare woningen voor de verkoop af te nemen.

De snelle stijging van de huizenprijzen en een daling van de verkopen blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) over de huizenmarkt in het eerste kwartaal van het jaar. Opvallend is dat ook voor het eerst in vier jaar tijd minder huizen van eigenaar wisselden in alle vier de grote steden.

Volgens de cijfers stegen de prijzen van alle woningtypen. Bestaande woningen waren 9 procent duurder in vergelijking met een jaar eerder. De prijs van een appartement steeg in doorsnee met 12,5 procent. Een gemiddeld rijtjeshuis werd bijna 9 procent duurder. Voor vrijstaande woningen en twee-onder-een-kappers moest circa 8 procent meer worden betaald.

De prijsstijgingen in de vier grote steden was volgens het CBS bovengemiddeld. Rotterdam spande de kroon. In de Maasstad werden huizen in een jaar tijd 15 procent duurder. De totale verkopen vielen in de meetperiode ruim 3 procent lager uit.

In Amsterdam stegen de huizenprijzen met bijna 12 procent, waarbij het aantal transacties met bijna 8 procent terugliep. In Den Haag werden bijna 13 procent minder huizen verkocht, maar wel tegen een 12 procent hogere prijs. Een woning in Utrecht werd in doorsnee 11 procent duurder terwijl het aantal deals 8 procent lager uitviel.

Steeds minder woningverkopen

In de maanden januari, februari en maart wisselden 52.000 huizen van eigenaar, bijna 7 procent minder op jaarbasis. De daling gold voor alle woningtypen. De laatste keer dat dat gebeurde was volgens het CBS in het tweede kwartaal van 2013. Destijds liepen echter ook de prijzen terug.

In februari bleek uit de cijfers van het Kadaster al een dramatisch daling van het aantal transacties van bestaande woningen in januari met ruim 39 procent ten opzichte van december 2017. Lees hier meer hierover.

(klik voor uitvergroting)